GEBRUIK
Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het grillelement.
Deze instelling kan gebruikt worden voor het gratineren van
boterhammen, het roosteren van brood en saucijsjes.
• Plaats voor het grillen het ovenrooster op het vierde inschuifniveau en
de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstelling: 180/210/240 °C
• Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge temperatuur kan
het vlees snel aanbranden.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
NL 13