Toepassing
De HeartStart Trainer M5086A is bedoeld om gebruikers voor te bereiden op
het werken met HeartStart Defibrillators, waaronder de Laerdal HeartStart
Defibrillator M5067A.
Het is niet mogelijk met de HeartStart Trainer een defibrillatiebehandeling uit te
voeren.
De HeartStart Trainer beschikt over een groot aantal simulaties, ofwel oefen-
scenario's, waardoor responders snel de basisvaardigheden leren toepassen die
vereist zijn om in een noodsituatie met de HeartStart Defibrillator te kunnen
werken.
OPMERKING:Voordat een responder een HeartStart Defibrillator gaat gebruiken, di-
ent hij of zij een toepasselijk trainingsprogramma te volgen.Tijdens een dergelijk pro-
gramma kunt u gebruik maken van de HeartStart Trainer. Na afloop van de cursus
dient de responder over voldoende vaardigheden te beschikken om de verschijnselen
van een plotselinge hartstilstand te kunnen beoordelen - de patiënt reageert niet op
door elkaar schudden en haalt niet normaal adem -, en te beschikken over voldo-
ende kennis van cardio-pulmonaire resuscitatie (CPR) en van toepasselijke medische
protocollen en procedures.
Eigenschappen
• Met de HeartStart Trainer simuleert u het toedienen van stroomstoten. Het
apparaat maakt geen gebruik van hoogspanning en is dus volkomen veilig.
• De HeartStart Trainer is alleen bedoeld voor gebruik met oefenpoppen in
combinatie met interne oefenpopadapter M5088A of externe
oefenpopadapter M5089A en met de trainingselektroden voor volwassenen
M5073A of voor kinderen M5074A*.
• De HeartStart Trainer is geprogrammeerd met 8 oefenscenario's die de
verschijnselen van een hartstilstand simuleren. Zie de pagina's 10 en 11 voor
de scenariobeschrijvingen. Deze scenario's sluiten aan op de
gebruikelijke trainingsprogramma's.
• De HeartStart Trainer werkt op vier standaard AA-alkalinebatterijen.
• Vraag uw medisch directeur of hulpdienst naar eventuele aanvullende
opleidingseisen, protocollen en materialen.
* Gebruik de Trainer niet in combinatie met elektroden van een ander merk.
WAARSCHUWING: Bewaar de Trainer op een andere plaats dan de defibrilla-
tor zelf.Tijdens een noodsituatie zouden de twee apparaten met elkaar verwis-
seld kunnen worden.*
84