1. Gebruiksaanwijzing
1.1 Beschrijving van het toestel
De CBS 20 S is een elektrisch toestel voor
directe verwarming dat aan de wand gemon-
teerd wordt. Het is bijvoorbeeld geschikt als
enige verwarming in de badkamer of als over-
gangsverwarming en aanvullende verwarming
voor kleinere ruimten zoals een hobbyruimte
of logeerkamer.
De lucht in de kamer wordt door de ventilator
van het toestel via openingen in de achterwand
aangezogen, door het verwarmingselement
verwarmd en via het luchtuitlaatrooster (2),
dat zich aan de onderkant van het toestel be-
vindt, gelijkmatig uitgeblazen zonder tocht te
veroorzaken.
1.2 Bediening
Met de temperatuur-instelknop (1) wordt
de gewenste temperatuur tussen ca. 5 °C en
35 °C traploos ingesteld.
Met de thermostaat in het toestel wordt
de lucht in de kamer vervolgens door deze
herhaald kort te verwarmen constant op de
ingestelde waarde gehouden.
Vorstbescherming
Indien het toestel als vorstbeschermings-
bewaker gebruikt moet worden, dan dient de
temperatuur-instelknop tegen de wijzers van
de klok in gedraaid te worden tot de eindaan-
slag. In deze stand schakelt de thermostaat de
verwarming automatisch in als de kamertem-
peratuur tot ca. 6 °C daalt.
Voor de buitenbedrijfstelling van het
toestel dient de stekker uit het stop-
contact getrokken te worden!
Externe kamerthermostaat
Het toestel kan desgewenst met een in de
handel verkrijgbare externe kamerthermostaat
gebruikt worden.
2. Montageaanwijzing
De opstelling en elektrische aansluiting dienen
met inachtneming van deze installatieaanwijzing
door een installateur uitgevoerd te worden.
De CBS 20 S wordt compleet met aansluit-
snoer en netstekker geleverd.
Verwijder de verpakking van het toestel en
van de accessoires pas op de opstellingsplaats
en let op bijartikelen!
Let er bij het uitpakken op dat er geen acces-
soires in het verpakkingsmateriaal achterblijven.
2.1 Opbouw van het toestel
1 Temperatuur-instelknop
2 Warmeluchtuitlaatrooster
3 Ophangstrip
4 Bevestigingsschroef
F1 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
M1 Ventilator
N1 Thermostaat
N2 Thermostaat extern
R1 Verwarmingselement
X1 Busklem
12
voor de gebruiker en de installateur
Daarbij dient de temperatuur-instelknop met
de wijzers van de klok mee tot de eindaanslag
gedraaid te worden. De kamerthermostaat dient
zover mogelijk van het toestel en op een hoogte
van ten minste 1,5 m aangebracht te worden.
1.3 Veiligheidsvoorschriften
Het toestel mag niet
– in ruimten gebruikt worden, die als gevolg
van chemicaliën, stof, gassen of dampen
vuur- of explosiegevaarlijk zijn;
– in de onmiddellijke nabijheid van leidingen
of reservoirs gebruikt worden, die
brandbare of explosiegevaarlijke stoffen
voeren of bevatten;
– gebruikt worden, als de minimale
afstanden tot aangrenzende objecten niet
in acht worden genomen.
• De montage (elektrische installatie), de
eerste ingebruikneming en het onderhoud
van dit toestel mogen alleen door een
bevoegde installateur overeenkomstig deze
handleiding uitgevoerd worden.
• Het toestel mag in geen geval gebruikt
worden als er in de opstellingruimte werk-
zaamheden zoals het leggen, schuren, lakken,
reinigen met benzine en het onderhouden
(met spray, boenwas) van vloeren en derge-
lijke uitgevoerd worden.
•
De behuizing van het toestel en de uitgebla-
zen lucht worden in werking heet (boven
80 °C). Het bestaat gevaar voor verbran-
ding!
Kleinkinderen zekerlijk van het toes-
tel afhouden!
• Es mogen geen voorwerpen geplaatst wor-
den op of tegen het toestel of tussen het
verwarmingstoestel en de wand (b.v. om de
was te drogen).
Ook mogen er in de directe nabijheid van
voor de installateur
X2 Aansluitsnoer met netstekker
2.2 Voorschriften en bepalingen
Het toestel mag niet
– in ruimten gebruikt worden, die als gevolg
van chemicaliën, stof, gassen of dampen
vuur- of explosiegevaarlijk zijn;
– in de onmiddellijke nabijheid van leidingen
of reservoirs gebruikt worden, die
brandbare of explosiegevaarlijke stoffen
voeren of bevatten;
– gebruikt worden, als de minimale
afstanden tot aangrenzende objecten niet
in acht worden genomen.
In werkplaatsen of andere ruimten, waarin
uitlaatgassen, olie- en benzinedamp enz.
voorkomen of waarin met oplosmiddelen
en chemicaliën wordt gewerkt, kan vrij lang
aanhoudende stankoverlast en eventueel
verontreiniging optreden.
het toestel geen brandbare, licht ontvlam-
bare of warmte-isolerende voorwerpen
of materialen zoals wasgoed, dekens, tijd-
schriften, blikken boenwas of benzine, spuit-
bussen en dergelijke neergelegd worden.
Brandgevaar!
• Voor allerlei soorten voorwerpen zoals
meubels, vitrages, gordijnen en textiel of
overige brandbare of onbrandbare materia-
len dienen de volgende minimale afstanden
tot het toestel, met name tot het luchtuit-
laatrooster, aangehouden te worden:
tot het luchtuitlaatrooster
tot de zijkanten van het toestel ⇒ 100 mm
tot de bovenkant van het toestel
tot de onderkant van het toestel
tot de achterwand van het toestel
De warme lucht moet ongehinderd
kunnen uitstromen!
1.4 Onderhoud
Mochten er op de kap van het toestel licht-
bruine plekken ontstaan, dan moeten deze zo
snel mogelijk met een vochtige doek verwij-
derd worden.
Het toestel dient in koude toestand met een
gebruikelijk reinigingsmiddel schoongemaakt
te worden.
Gebruik geen schurende en bijtende reini-
gingsmiddelen.
Geen reinigingsspray in de luchtspleten sproeien.
1.5 Belangrijke aanwijzing
Deze instructies zorgvuldig bewaren
en altijd aan een eventuele volgende
gebruiker overhandigen.
Bij eventuele reparatiewerkzaamheden ter
inzage aan de installateur ter inzage geven.
• Het toestel mag alleen aangebracht worden
aan een verticale wand die bestand is tegen
temperaturen tot ten minste 80 °C.
• De minimum afstanden tot aangrenzende
objecten dienen aangehouden te worden.
• Alle elektrische aansluit- en installatie-
werkzaamheden dienen volgens de VDE-
bepalingen (0100), de voorschriften van
het desbetreffende energiebedrijf alsmede
de overeenkomstige nationale en regionale
voorschriften uitgevoerd te worden.
• Het toestel mag niet direct onder een
wandcontactdoos aangebracht worden.
• Indien het toestel vast aangesloten moet
worden aan het wisselstroomnet (toe-
stelcontactdoos), dan moet het over een
minimale afstand van 3 mm alpolig van het
net kunnen worden losgekoppeld. Hiervoor
kunnen veiligheidsschakelaars, relais, zekerin-
gen etc. gebruikt worden.
Installatie met een vast aangelegde aansluit-
snoer is niet toegestaan.
⇒ 500 mm
⇒ 200 mm
⇒ 100 mm
⇒ 26 mm