3.3 Instrument aansluiten
Er zijn twee verschillende uitvoeringen van de droogeenheid met landspecifieke voedingskabel verkrijgbaar:
110 V AC of 230 V AC
§
Het instrument bevindt zich op de uiteindelijke locatie.
1 Sluit de voedingskabel aan op het voedingscontact op het instrument.
2 Steek de voedingskabel in het stopcontact.
Instrument inschakelen
1 Het instrument is aangesloten op de voedingsbron.
2 Druk op
ð Het scherm verschijnt.
ð Het instrument is klaar voor gebruik.
3.4 De monsterkamer instellen
Let op
Wanneer u het instrument voor het eerst in bedrijf stelt of wanneer het lang is losgekoppeld van de voe-
dingsbron, moet u het instrument minstens 5 uur aan de voedingsbron koppelen om de ingebouwde op-
laadbare batterij op te laden! Deze batterij zorgt ervoor dat de datum en tijd blijven opgeslagen wanneer het
instrument wordt losgekoppeld van het lichtnet. De batterij kan niet worden vervangen door de gebruiker.
Neem contact op met een vertegenwoordiger van METTLER TOLEDO.
§
Het instrument is aangesloten op de voedingsbron.
1 Open de monsterkamer.
92
Installatie en inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ernstig of dodelijk letsel door elektrische schok!
Contact met onderdelen die onder stroom staan, kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als
het instrument niet kan worden uitgeschakeld in een noodsituatie, kunnen mensen gewond
raken of kan het instrument beschadigd raken.
1 Gebruik alleen de meegeleverde geaarde voedingskabel om uw instrument aan te sluiten.
2 Controleer of de op het instrument aangegeven spanning overeenkomt met de lokale voe-
dingsspanning.
ð Als dat niet het geval is, mag u de netadapter in geen geval aansluiten op de voe-
dingsbron, maar moet u contact opnemen met een vertegenwoordiger van METTLER
TOLEDO.
3 Sluit het instrument uitsluitend aan op een geaard stopcontact.
4 Gebruik uitsluitend gestandaardiseerde geaarde verlengkabels in combinatie met het in-
strument.
5 Verwijder de aardgeleider niet.
6 Controleer de kabels en de stekker op beschadigingen, en vervang beschadigde kabels en
stekkers.
7 Zorg ervoor dat de kabels zo zijn neergelegd dat ze niet beschadigd kunnen raken en de
bediening van het instrument niet hinderen.
8 Houd alle elektrische kabels en verbindingen uit de buurt van vloeistoffen.
9 Zorg ervoor dat de voedingsstekker altijd goed toegankelijk is.
om in te schakelen.
Vochtanalyseapparatuur