Koelkast opstellen en aansluiten
7.1
Koelkast opstellen
A
LET OP!
• Bevestig het toestel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven om
gevaren te voorkomen.
• Blokkeer openingen (ventilatiesleuven etc.) in de behuizing of de
inbouwstructuur niet door voorwerpen.
• De koelkast is uitsluitend geschikt voor de installatie in een
inbouwnis. Na de montage mag alleen de voorkant van het toestel
vrij toegankelijk zijn.
• Bij een volremming werken er sterke krachten in rijrichting. Om
beschadigingen van het koeltoestel en het voertuiginterieur
te voorkomen moet het koeltoestel niet met de voorzijde in
rijrichting worden geïnstalleerd.
Het toestel is bestemd voor omgevingstemperaturen tussen +16 °C en +38 °C. Bij
continu bedrijf mag de luchtvochtigheid niet boven 90 % liggen.
Stel het koeltoestel op een droge, beschermde plaats op. Stel het toestel niet naast
warmtebronnen zoals verwarmingen, gasovens, warmwaterleidingen etc. op.
Stel de koelkast zo op dat de verwarmde lucht goed kan wegtrekken (naar boven of
naar de zijkanten). Zorg daarom voor voldoende ventilatie (afb. 3, pagina 4).
Nr in
afb. 3, pagina 4
1
2
3
4
Het condensaat dat bij het normale gebruik van de koelkast ontstaat kan via twee
afvoerkanalen op het toestel worden afgevoerd. In de afleveringstoestand van het
toestel zijn deze afvoerkanalen afgesloten. De beide afvoerkanalen bevinden zich
aan de achterzijde en aan de onderzijde van het toestel (afb. 4, pagina 4).
➤ Kies de voor u montageplek geschikte condensaatafvoer en verwijder de
afdekkap ervan.
➤ Steek met een spits voorwerp (bijv. schroevendraaier) ca. 25 tot 30 mm diep in
de afvoer om de binnenkant van het toestel te openen.
136
Verklaring
Koude toevoerlucht
Warme afvoerlucht
Condensator
Afstand boven de koelkast, als er naar boven of naar de zijkant niet
voldoende afvoerlucht kan circuleren
CRD0050
NL