4
Gebruik van de kraanwagen.
Toets f3: kraanhaak omhoog/omlaag.
Met de toets f3 wordt de motor van de kraanhaak bestuurd. De snel-
heid hiervan kunt u met de draaiknop stappenloos regelen.
Om de bewegingsrichting om te keren:
•
stel de draaiknop op „0".
•
draai de knop door (tot het zwarte driehoekje onder de schaal) naar
links.
•
het richtingssymbool (pijl) in het display van de rijregelaar is veran-
dert.
•
elke verdere beweging gaat nu in omgekeerde richting.
Opmerking 1: als u een last aan de kraanhaak bevestigt dient u in elk
geval de stempels van de kraanwagen uit te klappen!
Opmerking 2: het heffen en zakken van de kraanhaak gebeurt via een
kabellier. Als u de kraanhaak zo ver laat zakken, dat de kabel geheel is
afgerold, keert de bewegingsrichting (onafhankelijk van de richtingpijl
op de rijregelaar) om.
62
5 4
8 8
1
2
3
f 1
4
5
6
f 3
7
8
9
100
50
L
0
F
0
digital
f 2
off
stop
f 4
function
go
150
200
250