2
Exploitatie
Loc besturen
1. Draairegelaar in de middenstand:
loc staat stil
2. Draairegelaar naar rechts:
loc rijdt vooruit. Hoe verder de
draairegelaar wordt gedraaid,
hoe sneller de loc gaat rijden.
Draairegelaar naar links:
loc rijdt achteruit. Hoe verder de
draairegelaar wordt gedraai, hoe
sneller de loc gaat rijden.
Let op: de loc moet eerst tot stil-
stand komen voordat het verande-
ren van de rijrichting kan worden
uitgevoerd.
3. De frontverlichting zijn bij voldoende
voedingsspanning altijd ingescha-
keld. Alle andere functies zijn altijd
uitgeschakeld.
20
2.3.4 Bedrijf met de Transformer
32 VA (wisselstroombedrijf)
1. Met de rijregelaar de snelheid
regelen.
Naar rechts draaien
(maximaal tot de eindaanslag):
loc rijdt sneller.
Naar links draaien
(maximaal tot de stand "0"):
loc rijdt langzamer.
2. Voor het veranderen van de
rijrichting, de rijregelaar over de
stand "0" heen draaien.
Let op: de loc moet eerst tot stil-
stand komen voordat het verande-
ren van de rijrichting kan worden
uitgevoerd. De regelaar moet min-
stens 0,5 sec in die stand gesteld
worden om een betrouwbaar
omschakelen van de rijrichting
te bewerkstellingen.
3. De frontverlichting zijn bij voldoende
voedingsspanning altijd ingescha-
keld. Alle andere functies zijn altijd
uitgeschakeld.
2.3.5 Bedrijf met gelijkstroom
Voorwaarden voor de gelijkstroom-
rijregelaar:
1. Maximale uitgangsspanning:
± 18 Volt = (afgevlakte gelijk-
spanning, geen pulserende
uitgangsstroom!).
2. Rijrichtingswisseling door omkeren
van de polariteit. De loc moet eerst
tot stilstand komen voordat het
veranderen van de rijrichting kan
worden uitgevoerd.
3. Minimaal vermogen: 15 VA.
4. Er mag alleen een rijregelaar
gebruikt worden die is goedge-
keurd voor het speelgoedbedrijf.
De bedieningsvoorschriften vindt u in
de gebruiksaanwijzing van de gelijk-
stroom-rijregelaar.