14. Zet de koffiepot
met deksel in het apparaat.
1
2
3
4
5
6
15. Steek de netstekker
1
2
3
4
5
6
7
8
 Het apparaat wordt ingeschakeld. Op het display worden de tijd en
de actuele instellingen weergegeven.
16. Druk op de toets "
waterhoeveelheid in te stellen.
17. Druk op de toets "
", om de sterkte van de koffie in te stellen:
•
: mild
•
: gemiddeld
•
: sterk
18. Druk op de toets "
".
NL
 De LED naast de toets "
de bereiding. Daarvoor worden eerst de koffiebonen gemalen. Als
het apparaat begint met koffie zetten, verschijnt het symbool "
op het display.
19. Wacht tot het apparaat 3 signaaltonen afgeeft en het symbool "
verdwijnt op het display.
 Druk de lip in de deksel van de kan naar beneden om de koffie uit
te kunnen schenken.
58
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
in het stopcontact.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
", om het aantal kopjes passend bij de gevulde
" gaat branden. Het apparaat begint met
Maalgraad aanpassen
LET OP!
Verstel de maalgraad alleen, als het apparaat op
dat moment koffiebonen maalt, anders kunt u de
maler beschadigen.
TIP
Aanbevolen wordt om voor een lichte branding een
fijne maalgraad in te stellen, bij een donkere bran-
ding is een grove maalgraad optimaal. De branding
staat meestal op de koffieverpakking.
1. Bereid koffie met koffiebonen, ►"5.1 met koffiebonen" op pagina 57.
2. Wacht tot het apparaat bonen maalt.
"
"
3. Zet de maalgraadregelaar
1
2
3
4
5
6
7
8
•
Als u de regelaar rechtsom richting "-" draait, wordt de koffie fijner
gemalen.
•
Als u de regelaar linksom richting "+" draait, wordt de koffie grover
gemalen.
Afb. 2: Maalgraad instellen
op de gewenste waarde.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18