STARTEN
STROOM
Sluit de 4,5V adapter aan zoals aangegeven:
BUITENSENSOR
De sensor verzamelt ongeveer elke 40 seconden
temperatuurgegevens en stuurt ze naar het station.
Om de sensor in te stellen:
1. Open het klepje van het batterijvak.
2. Plaats batterijen volgens de polariteit (+ / -). Druk elke
keer als u de batterijen vervangen heeft op RESET.
3. Selecteer een kanaal. Gebruik een apart kanaal voor
elke sensor.
4. Sluit het batterijvak.
5. Plaats de sensor door middel van de muurbevestiging
of tafelstandaard op de gewenste plek.
Voor de beste resultaten:
•
Plaats de sensor niet in direct zonlicht en uit de buurt
van vochtigheid.
•
Plaats de sensor niet verder dan 30 m (100ft) van
het apparaat (binnen).
•
Plaats de sensor in de richting van het apparaat, met zo min
mogelijk obstructies zoals deuren, muren of meubels.
•
Plaats de sensor op een plek met een goed zicht op de lucht,
en uit de buurt van metalen of elektronische objecten.
•
Plaats de sensor tijdens de koude wintermaanden in
de buurt van het apparaat, aangezien temperaturen
onder het vriespunt de levensduur van de batterijen
en het zendbereik kunnen beïnvloeden.
Het zendbereik kan variëren, afhankelijk van allerlei
factoren. U kunt het best verschillende plekken
uitproberen om de beste voor uw sensor te vinden.
Standaard Alkaline batterijen bevatten een behoorlijke
hoeveelheid water. Hierdoor zullen ze bevriezen bij
lage temperaturen van onder de -12°C (10°F). Niet
oplaadbare Lithium batterijen bevriezen bij een veel
lagere temperatuur van onder de -30°C (-22°F).
Het bereik van draadloze apparatuur kan worden beïnvloed
door een aantal factoren, zoals extreem lage temperaturen.
Extreme kou kan tijdelijk zorgen voor een verminderd
effectief bereik tussen de sensor en het basisstation. Als
het apparaat niet meer functioneert door lage temperaturen,
zal een stijging van de temperatuur tot binnen de normale
grenzen dit probleem verhelpen (het apparaat zal geen
blijvende schade oplopen door de lagere temperatuur).
4