DIP S2
DIP 1
DIP 2
DIP 3
DIP 4
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
1
1
0
1
1
1
0
0
0
0
1
1
0
0
1
0
1
0
1
1
1
0
1
0
0
1
1
1
0
1
1
0
1
1
1
1
1
1
1
Voorbeeld:
op monitor met gebruikerscode 5 is programmering P1 = algemene
relaissturing, P2 = geadresseerde relaissturing met code 125.
1. Plaats dipswitches 5-6 van S2 in de combinatie 01.
» de led (groen) knippert.
2. Raadpleeg de tabel op pag. 56 en kies een combinatie waarin de
relaisfunctie (ACT) verschijnt voor de drukknoppen die u wenst te
programmeren.
Voorbeeld: voor P1 = algemene relaissturing stelt u de dipswitches 1-2-
3-4 van S2 in op de combinatie 1000 of 1100 of 0010 (P1=ACT), en stelt
u de dipswitch van S1 in op de combinatie 11111111, ga door naar punt 3
Voorbeeld: voor P2 = relaissturing geadresseerd op code 125 stelt u de
dipswitches 1-2-3-4 van S2 in op de combinatie 0010 of 1010 (P2=ACT),
en stelt u S1 in met adres 125 volgens tabel C op pag. 58, ga door naar
punt 3.
De algemene en selectieve intercom zijn NIET compatibel op dezelfde stamleiding.
1)
S1
Programmering; code invoeren, TAB. B op pag. 56
DIP ON
Wissen
Noteer de instelling van S2, S1 en herstel deze aan het einde van de programmering
Code
Dip switch ON
1
1
2
2
3
3
Het intercomadres moet bij alle binnentoestellen van de stamleiding worden ingesteld.
Het is mogelijk om hetzelfde intercomadres aan max. 3 binnentoestellen te koppelen.
Voor de groepsoproep moeten de gewenste intercomcodes tegelijkertijd worden geselecteerd (max. 3).
56
56
Programmering drukknoppen voor algemene of geadresseerde relaissturing
A
P1
P2
ACT
A
ACT
ACT
ACT
ACT
ACT
A
Programmeringen voor intercomoproep
Programmeren/wissen van een intercomadres (enkel voor selectieve intercom)
DIP
DIP
1
2
0
0
1
1
TAB. B Adressen voor selectieve intercom
S1
Code
4
5
6
met Art. 6433, 6434
P3
P4
ACT
ACT
ACT
ACT
ACT
ACT
PROG
3. Duw op de drukknop waaraan u de functie wil toewijzen en laat weer los
» de led (groen) gaat aan.
» bevestigingstoon in de hoorn.
4. Om de programmering te verlaten stelt u dipswitches 5-6 van S2 in op
de combinatie 00.
» de led (groen) gaat uit.
5. Aan het eind van de programmering stelt u de dipswitches 1-2
3-4 van S2 in op de combinatie 1111. Stel de instelling van de
gebruikerscode opnieuw in op S1, zie tabel A op pag. 54.
2)
DIP
DIP
DIP
DIP
S2
3
4
5
6
0
1
1
1
1
1
1
1
Dip switch ON
S1
4
5
6
P5
P6
ACT
ACT
ACT
3)
Code
Dip switch ON
7
7
8
8
DIP S1
ADRES
2 sec
S1