Als de stuurknuppel voor de hoogte- en de rolroerfunctie naar rechts beweegt, moet het linkerrolroer naar beneden en het rechterrolroer naar omhoog uitslaan.
Indien het rolroer precies in de tegenovergestelde richting beweegt, dan kunt u met behulp van de reverse-schakelaar (zie figuur 2, pos. 12, schakelaar "CH1")
de looprichting van het rolroer omwisselen.
Hoogteroerfunctie:
Wanneer de stuurknuppel voor de hoogte- en rolroerfunctie (zie figuur 2, pos. 4) naar onder wordt bewogen, moet het hoogteroer naar boven uitslaan.
Als u de stuurknuppel voor de hoogteroer- en de rolroerfunctie naar omhoog beweegt, moet het hoogteroer naar onder uitslaan.
Indien het hoogteroer precies in de tegenovergestelde richting beweegt, dan kunt u met behulp van de reverse-schakelaar (zie figuur 2, pos. 12, schakelaar
"CH2") de looprichting van de hoogteroerservo omwisselen.