[
De zoomfunctie gebruiken
Druk op de zoomtoets.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt
dan 3×, gebruikt de camera de digitale
zoomfunctie.
• De camera zoomt langzaam wanneer u een film
opneemt.
[
Snelle controle (Het laatst
opgenomen stilstaande beeld
controleren)
Druk op b (
) op de regeltoets.
Druk nogmaals op b om te annuleren.
[
Flitser (Een flitsfunctie
selecteren voor stilstaande
beelden)
Druk herhaaldelijk op
regeltoets tot de gewenste functie is
geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht of
achtergrondverlichting is (standaardinstelling)
:
Altijd flitsen
:
Langzame synchro (Altijd flitsen)
SL
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving
om de achtergrond helder op te kunnen nemen
die buiten het bereik is van het flitslicht.
:
Niet flitsen
[
Macro/Vergrootglas
(Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op
regeltoets tot de gewenste functie is
geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro uit
:
Macro aan (W-kant: ongeveer 8 cm of verder,
T-kant: ongeveer 25 cm of verder)
:Vergrootglas aan (Vergrendeld op de W-kant:
ongeveer 1 tot 20 cm)
( ) op de
v
(
) op de
B
[
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op
regeltoets tot de gewenste functie is
geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet
gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van
10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden instellen
Druk op de sluiterknop, het
zelfontspannerlampje knippert en u hoort
een pieptoon tot de sluiter werkt.
[
Steadyshot-functie
De steadyshot-functie is altijd geactiveerd
als
(Camera) is ingesteld op [Autom.].
Als u wilt controleren of de steadyshot-
functie is geactiveerd, drukt u de
sluiterknop half in en kijkt u of het
pictogram
(STEADY SHOT) op het
scherm wordt weergegeven.
Andere functies dan de instelfunctie [Autom.]:
Druk op de
-toets (STEADY SHOT)
om de steadyshot-functie te annuleren. Als
u de steadyshot-functie wilt activeren, drukt
u nogmaals op de
[
EV (De belichting
aanpassen)
Druk op de
-toets (EV) en druk
vervolgens op v / V om de belichting aan te
passen.
Naar +: maakt het beeld helderder.
Naar –: maakt het beeld donkerder.
Als u de EV-aanpassingsbalk wilt
uitschakelen, drukt u nogmaals op de
-toets.
(
) op de
V
-toets.
NL
11