Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
NEDERLANDS
NL
het zaagblad beweegt of wanneer er een
terugslag kan plaatsvinden. Zorg ervoor dat u de
oorzaak voor het klemmen van het zaagblad vindt en
los het probleem op door de juiste maatregelen te
nemen.
c) Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt
weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de
zaagvoeg en controleert u of de zaagtanden niet
in het werkstuk zijn blijven haken. Klemt het zaag-
blad, dan kan het uit het werkstuk komen of een
terugslag veroorzaken op het moment dat de zaag
opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen
onder hun eigen gewicht. Platen dienen aan beide
zijden te worden ondersteund, zowel bij de zaag-
voeg als bij de rand.
e) Gebruik geen stompe of beschadigde zaagb-
laden. Zaagbladen met stompe of verkeerd afge-
stelde tanden resulteren door een te nauwe zaag-
voeg in een grotere wrijving, het klemmen van het
zaagblad en een terugslag.
f) Trek voor het zagen de zaagdiepte- en zaag-
hoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het zagen
de instellingen verandert, kan het zaagblad beklemd
raken en treedt er mogelijk een terugslag op.
g) Wees bijzonder voorzichtig wanneer u een
zaagsnede in een verborgen gebied uitvoert,
zoals een bestaande wand. Het zaagblad kan bij
het zagen in verborgen objecten geblokkeerd raken
en een terugslag veroorzaken.
---------------------------------------------------
a) Controleer voor het gebruik altijd of de
onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de
zaag niet wanneer de onderste beschermkap
niet vrij kan bewegen en niet direct sluit. Klem of
maak de onderste beschermkap nooit vast in
een geopende positie. Wanneer de zaag per
ongeluk op de grond valt, kan de onderste
beschermkap worden verbogen. Zorg ervoor dat de
beschermkap zich vrij beweegt en bij geen enkele
snijhoek en -diepte het zaagblad of andere delen
raakt.
b) Controleer de functie van de veer bij de
onderste beschermkap. Wanneer de onderste
beschermkap en veer niet correct functioneren,
wacht dan alvorens het apparaat te gebruiken. Door
beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of
ophopingen van spanen werkt de onderste
beschermkap trager.
c) Leg de zaag niet op de werkbank of de vloer
zonder dat de beschermkap het zaagblad
bedekt. Door een onbeschermd, nalopend zaag-
blad wordt de zaag tegen de zaagrichting in
bewogen en zaagt hij wat hij op zijn weg tegenkomt.
Let hierbij op de nalooptijd van de zaag.
24
Splijtwig:
a) Gebruik de voor het ingezette zaagblad
geschikte splijtwig. De splijtwig moet sterker zijn
dan de stambladdikte maar dunner dan de tandb-
reedte van het zaagblad.
b) Stel de splijtwig af volgens de beschrijving in
de gebruiksaanwijzing. Een verkeerde sterkte,
positie en afstelling kunnen tot gevolg hebben dat
de splijtwig een terugslag niet effectief verhindert.
c) Gebruik altijd de splijtwig.
d) Om te kunnen functioneren, moet de splijtwig
zich in de zaagvoeg bevinden. Bij korte zaags-
nedes kan de splijtwig geen terugslag voorkomen.
e) Gebruik de zaag niet als de splijtwig verbogen
is. Een kleine storing kan al een vertragende werking
hebben op het sluiten van het zaagblad.

5 Overzicht

Zie pagina 3 (uitklappen a.u.b.).
1 Voetplaat
2 Accu-pack
3 Accu-pack-ontgrendeling
4 Drukschakelaar xx
5 Blokkeerknop
6 Opbergvak voor ringsleutel
7 Arrêteerschroef (parallel-aanslag)
8 Zaaglijn-aanwijzer
9 Parallel-aanslag
10 Beweeglijke beschermkap
11 Splijtwig
12 Binnenzeskantschroef (splijtwiginstelling)
13 Schaal (hoek voor schuin zagen)
14 Arrêteerschroef (voor schuin zagen)
15 Stelschroef (zaagbladhoek afstellen)
16 Contramoer (zaagbladhoek afstellen)
17 Schaal (zaagdiepte)
18 Arrêteerschroef (zaagdiepte)
19 Asvergrendelingsknop
20 Zaagblad-bevestigingsschroef
21 Buitenste zaagbladflens
22 Zaagblad
23 Binnenste zaagbladflens
24 Afzuigaansluiting / Uitwerping van spanen

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis