NL
gesitueerde slijk snel indrogen en
beletten dat de pomp start.
Kontroles voor ingebruikname
• Controleer de werking van de
drijfschakelaar (zie „Bediening –
Automatische werking").
• Kontroleer of de pomp op de
schacht staat.
• Kontroleer of de persleiding is
aangebracht zoals voorgeschre-
ven.
• Zorg ervoor dat er nooit vocht of
water in het stopcontact kan ko-
men.
• Vermijdt het drooglopen van de
pomp. Er bestaat gevaar voor een
elektrische schok.
Bediening
Netaansluiting
De door u aangekochte pomp is reeds van
een randaardestekker voorzien. De pomp is
bestemd voor de aansluiting op een veilig-
heidswandcontactdoos met 230 V ~ 50Hz.
Neem het apparaat pas na inachtne-
ming van alle voorgaande punten in
gebruik.
In- en uitschakelen
1. Steek de netstekker in de contactdoos. De
pomp start onmiddellijk.
2. Om uit te schakelen, trekt u de stekker uit
de contactdoos. De pomp schakelt uit.
Bij een te gering waterpeil schakelt
de drijfschakelaar de pomp automa-
tisch uit.
24
Houd het apparaat tijdens de wer-
king onder toezicht om het automati-
sche uitschakelen of het drooglopen
van de pomp tijdig vast te stellen en
schade te vermijden.
Automatische werking
In de automatische modus schakelt de drijf-
schakelaar de pomp automatisch respectie-
velijk in en uit.
Bij een stationaire installatie moet de
werking van de drijfschakelaar (6)
regelmatig (ten laatste telkens na drie
maanden) gecontroleerd worden.
Het in- resp uitschakelpunt van de drijfscha-
kelaar (6) kan traploos worden ingesteld:
Maak de schroef aan de hoogtever-
stelling van de drijfschakelaar (5) los
en breng deze in de gewenste positie.
Controleer de drijfschakelaar (6):
- Hij moet zodanig gepositioneerd
zijn, dat hij vrij op en neer kan
gaan. De schakelpunthoogte
„Aan" en de schakelpunthoogte
„Uit" moeten gemakkelijk bereikt
kunnen worden.
U kan dit kontroleren door de
pomp in een met water gevuld
vat te zetten en de drijfschakelaar
(6) met de hand voorzichtig op
te tillen en vervolgens weer te
laten zakken. Zo kan u zien of de
pomp aan- resp. uitschakelt.
- Zorg er ook voor dat de afstand
tussen de kop en de hoogteverstel-
ling (5) van de drijfschakelaar (6)
niet te klein is. Bij een te kleine
afstand is optimaal funktioneren
niet gegarandeerd.