MACHINE IN BEDRIJF
LET OP!
We raden aan bij gebruik van de machine goed op te letten wanneer de machine met hogere snelheden
rijdt, omdat schokkerige stuurbewegingen instabiele situaties met de verspreiding van het gewicht kunnen
veroorzaken mede door de opbouw van de machine (3 wielen).
Breng de snelheid altijd omlaag voordat u een bocht maakt.
1.
Zorg dat u niet te lang op een plaats blijft staan met de machine terwijl de borstels draaien: dan kunnen er markeringen op de
vloer achterblijven.
2.
Bij het verzamelen van lichte, maar omvangrijke stukken moet u de voorfl ap door middel van de hendel (5) omhoog brengen.
Let op: als de voorfl ap omhoog blijft staan, is de aanzuigcapaciteit van de machine kleiner.
WAARSCHUWING!
Als u op een natte ondergrond werkt, moet het aanzuigsysteem door middel van de hendel (79) worden
uitgeschakeld om het stoffi lter te beschermen.
3.
Voor een goed veegresultaat moet het stoffi lter altijd zo schoon mogelijk zijn. U kunt het fi lter tijdens het vegen reinigen door
de fi lterschudder in te schakelen; druk de schakelaar (79) hiervoor enkele seconden naar voren.
Tijdens deze handeling wordt de aanzuigventilator automatisch stilgezet.
Wanneer het fi lter is gereinigd, drukt u de schakelaar (79) naar achteren om het aanzuigsysteem weer in te schakelen. U kunt
daarna weer verder met uw werkzaamheden.
Herhaal deze handeling gemiddeld elke 10 minuten tijdens de werkzaamheden (dit is afhankelijk van de hoeveelheid stof in de
te reinigen zone).
OPMERKING
Als het stoffi lter verstopt en/of de afvalcontainer vol is, kan de machine geen stof en vuil meer verzamelen.
4.
Als de werkzaamheden zijn voltooid en telkens als de afvalcontainer (17) vol is, moet u deze legen (zie hiervoor het volgende
deel).
DE AFVALCONTAINER LEGEN
1.
Stop de machine en laat het gaspedaal los.
2.
Zet de contactsleutel (2) in stand '0'.
3.
Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.
4.
Haal de haak (18) los door aan het kortste uiteinde te trekken.
5.
Verwijder de afvalcontainer (17) met de handgreep (19) en koppel deze los uit de binnengeleiders.
Stort het vuil in de daarvoor bestemde verzamelbakken. In de afvalcontainer kunnen twee containers (optioneel) met
handgreep (36) aanwezig zijn om het legen van het afval gemakkelijker te maken.
6.
Plaats waar van toepassing de containers met handgreep (36) terug.
7.
Monteer de afvalcontainer (17) door deze uit de binnengeleiders te ontkoppelen en daarna weer met de haak (18) te
bevestigen.
8.
De machine is weer klaar voor gebruik.
146 2725 000(2)2007-02 A
GEBRUIKSAANWIJZING
FLOORTEC R 570 B
NEDERLANDS
15