Opslag
Algemene opslaginstructies
Bewaar het apparaat niet met
een gevulde vangmand. Bij heet
weer begint het gras onder in-
vloed van warmte te broeien. Er
bestaat brandgevaar.
•
Reinig en onderhoud het apparaat vóór
de opslag.
•
Laat de motor afkoelen voordat u het
apparaat in gesloten lokalen wegzet.
•
Gebruik voor de bewaring van de
brandstof geschikte en toegestane re-
servoirs.
•
Bewaar het apparaat op een droge en
tegen stof beschermde plaats en dit
buiten het bereik van kinderen.
•
Omhul het apparaat niet met nylonzak-
ken omdat vochtigheid en schimmel tot
ontwikkeling zouden kunnen komen.
Voor een plaatsbesparende bewa-
ring kunt u de bovenste hoofdligger
(2) van de handgreep naar beneden
klappen (zie kleine afbeelding). Los
de snelspanhefboom (25) en klap
de hoofdligger van de handgreep in
opdat het apparaat minder plaats in
beslag neemt. De bowdenkabels (8)
mogen daarbij niet gekneld worden.
Opslag tijdens langere bedrijf-
sonderbrekingen
Veronachtzaming van de opslagin-
structies kan door brandstofresten in
de carburateur tot startproblemen of
permanente beschadigingen leiden.
•
Start de motor en laat hem zolang
draaien totdat de motor door een tekort
aan benzine uitschakelt.
•
Om de carburateur te ledigen, start u
de motor en laat u hem draaien totdat
er van een tekort aan brandstof sprake
is.
•
Ververs de olie (zie „Motorolie verver-
sen").
•
Conserveer de motor:
- Draai de bougie (
niging en onderhoud).
- Giet een eetlepel motorolie door de
bougieopening in de motorruimte;
- Trek meermaals langzaam aan de
starterkabel (
ken veiligheidsbeugel (
om de olie in het binnenste gedeelte
van de motor te verdelen.
- Schroef de bougie (
•
Voer oude olie en benzineresten op
milieuvriendelijke wijze af (zie „Afval-
verwijdering/milieubescherming").
De benzinetank moet niet geledigd
worden wanneer u aan de benzine
een brandstofstabilisator toevoegt
(zie "Reserveonderdelen" en bedie-
ningshandleiding Briggs & Stratton).
Afvalverwijdering/milieu-
bescherming
•
Breng het apparaat, de toebehoren en
de verpakking naar een geschikt recy-
clagepunt.
- Ledig de benzine- en olietank zorg-
vuldig en geef uw apparaat in een
recyclingpark af. De gebruikte kunst-
stof- en metalen onderdelen kunnen
per soort gescheiden worden en
zodoende aan een recycling onder-
worpen worden.
- Oude olie en benzineresten in een
recyclingpark afgeven en niet in de
riolering of in de afvoer gieten.
NL
BE
15) uit (zie „Rei-
27) bij een afgetrok-
3) en dit
15) weer vast.
39