NL
BE
Symbolen in de gebruiksaan-
wijzing
Gevaarsymbool met informatie
over de preventie van personen-
of zaakschade.
Gebodsteken (in plaats van het
uitroepingsteken wordt het gebod
toegelicht) met informatie over de
preventie van schade.
Aanduidingsteken met informatie
over hoe u het apparaat beter kunt
gebruiken.
Algemene veiligheidsinstructies
•
Dit apparaat is er niet voor bestemd,
door personen (kinderen evenmin) met
beperkte lichamelijke zintuiglijke of psy-
chische begaafdheden of met een tekort
aan ervaring en/of een gebrek aan ken-
nis gebruikt te worden; tenzij ze van een
voor hun veiligheid instaande persoon
onder toezicht staan of ze van deze laat-
ste instructies krijgen, doe het apparaat
gebruikt dient te worden.
•
Kinderen dienen onder toezicht te staan
om te vrijwaren dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
•
Omwille van de veiligheid mogen kin-
deren en jongeren met een leeftijd van
minder dan 16 jaar en mogen ook per-
sonen, die niet met de bedieningshand-
leiding vertrouwd zijn, het apparaat niet
gebruiken.
Veilig werken:
•
Houd uw werkterrein in orde.
Wanorde op het werkterrein kan onge-
vallen tot gevolg hebben.
•
Houd rekening met omgevingsinvloe-
den.
18
- Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen.
- Gebruik elektrisch gereedschap niet
in een vochtige of natte omgeving.
- Zorg voor een goede verlichting van
de arbeidsplaats.
- Gebruik elektrisch gereedschap niet
waar brand- of ontploffingsgevaar be-
staat.
•
Bescherm uzelf tegen een elektrische
schok.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde
onderdelen (bijvoorbeeld boren, radiato-
ren, elektrische fornuizen, koelappara-
ten).
•
Houd andere Personen op een veilige
afstand.
Laat andere personen, in het bijzonder
kinderen, het elektrische gereedschap
of het snoer aanraken. Neem een vei-
lige afstand tot het werkterrein in.
•
Bewaar ongebruikt elektrisch gereed-
schap op veilige wijze.
Ongebruikt elektrisch gereedschap dient
op een droge, hooggelegen of afgeslo-
ten plaats, buiten het bereik van kinde-
ren, gedeponeerd te worden.
•
Overbelast uw elektrisch gereed-
schap niet.
U werkt beter en veiliger in het aangege-
ven capaciteitsbereik.
•
Gebruik het aangewezen elektrische
gereedschap.
- Gebruik geen machines met een laag
vermogen voor lastige werkzaamhe-
den.
- Gebruik het elektrische gereedschap
niet voor doeleinden, waarvoor het
niet voorzien is. Gebruik bijvoorbeeld
geen handcirkelzaag voor het snoeien
van takken van bomen of houtblok-
ken.
•
Draag geschikte kledij.
- Draag geen ruimzittende kledingstuk-