Voorvallen Of Storingen Bevestigen; Instellen Van Een Traject Per Veerboot/Trein; Digitale Tachograaf Niet Vereist (Out (Uit)); Snelheidsbewaking ( >> Waarschuwing) - intellic EFAS-4.0 Bedienungsanleitung

5.6

Voorvallen of storingen bevestigen

Wanneer zich bepaalde voorvallen of storingen voordoen, geeft de EFAS een waarschuwing weer (zie
paragraaf 11) waarbij gedurende 30 seconden een signaaltoon klinkt en het lampje knippert.
Waarschuwingen worden weergegeven tot ze zijn bevestigd met OK. Gebruik de besturingstoetsen
en om aanvullende informatie over de waarschuwing weer te geven.
5.7

Instellen van een traject per veerboot/trein

Wanneer u met uw voertuig gebruik maakt van een veerboot of trein, moet u de toestand
"Veerboot/trein" instellen.
Selecteer OK
1.
Invoer
Druk op OK.
2.
De toestand "Veerboot/trein" wordt automatische gedeactiveerd wanneer uw voertuig weer gaat rijden.
5.8

Digitale tachograaf niet vereist (OUT (uit))

Tijdens ritten die niet vallen onder de voorschriften van de EG-Verordening of voor chaufeurspersoneel
vallen, mag u de toestand "Digitale tachograaf niet vereist" (OUT (uit)) activeren.
Selecteer OK
1.
Invoer
Druk op OK.
2.
Om de toestand "Digitale tachograaf niet vereist" (OUT (uit)) uit te schakelen:
Selecteer OK
1.
Invoer
Druk op OK.
2.
5.9 Snelheidsbewaking ( >> Waarschuwing)
Naast de wettelijk voorgeschreven bewaking van de toegestane maximale voertuigsnelheid, kan de
EFAS een individueel programmeerbare snelheidsgrens bewaken. Nadat het voertuig daarvoor is
geparamatriseerd, kan de snelheidsgrens op twee manieren worden aangepast.
Instelling via het menu (wanneer het voertuig stilstaat):
Selecteer OK
1.
Instellingen
. Stel met de besturingstoetsen
uw individuele waarschuwing wordt geactiveerd.
3. Selecteer "OFF" (uit) om snelheidswaarschuwingen uit te schakelen
Instelling wanneer het voertuig rijdt:
1. Ga met de besturingstoetsen naar een scherm waarop de snelheid wordt weergegeven.
Druk op OK om de snelheid te bewaken.
2.
Om de snelheidsbewaking uit te schakelen terwijl het voertuig rijdt, drukt u op
ESC.
5.10

Gegevensoverdracht (apparaatoptie)

®
Wanneer een RDD -apparaat (Remote Data Download (gegevensoverdracht)) op de EFAS is
aangesloten, zijn de volgende functies beschikbaar.
5.10.1 Gegevensoverdracht van chauffeurskaart starten (draadloos)
Gegevensoverdracht van de chauffeurskaart via RDD
het contact aan staat.
Begin.
OUT Begin.
OUT Einde.
>> Waarschuwing
en de gewenste snelheid in waarop
®
kan uitsluitend wanneer het voertuig stilstaat en
11