Vlieggedrag instellen
Om het vlieggedrag gericht te kunnen beïn-
vloeden, snijd u met een schaar of een
scherp mes bij de richtingsroerklep (1) en bij
de beide hoogteroerkleppen steeds twee
overlangse sneden (2) in. Nu kunt u de roer-
kleppen naar de zijkant of naar boven of
onderen bewegen en daarmee de roeren
instellen.
Attentie!
Gebruik voor de correctie van
het zweefvlieggedrag slechts
minimale uitslagen.
Vliegbaan Correcties bij het model
A
Hoogteroerkleppen (1) naar
beneden
Zwaartepunt verder naar voren
B
Vlieggedrag o.k.
C
Hoogteroerkleppen (1) naar boven
Zwaartepunt verder naar achteren
D
Richtingsroerklep (2) naar links
E
Richtingsroerklep (2) naar rechts
Onderhoud, verzorging en reparatie
Controleer de toestand van het aandrijfrubber regelmatig en poeder het zo nodig met talk in. Om
breukpunten bij uw model te repareren, dient u uitsluitend voor het materiaal verdraaglijke plakmiddelen
als 2-componentenepoxyhars of secondelijm te gebruiken die voor Styropor® geschikt is.
28
Afb. 07
Afb. 08