Verhelpen van storingen
U heeft met het parkeersysteem een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
Neem beslist de veiligheidsvoorschriften in acht!
Storing
Het parkeersysteem
schakelt niet in.
Op de indicator worden
foutieve afstandswaarden
weergegeven en er
wordt een toon
hoorbaar, hoewel er
voldoende plaats is.
Op de monitor verschijnt
„NO" " in de plaats van
de afstand.
De zender reageert niet
op de afstandsbediening.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een bevoegd
vakman worden uitgevoerd.
Afzonderlijke, defecte beeldpunten op het TFT-scherm (heldere of donkere beeldpunten)
zijn eigen aan het onderdeel en vallen niet onder de garantie. Dit vermindert of beïn-
vloedt de functionaliteit van het systeem niet.
Mogelijke oorzaak
De achteruitversnelling is niet
ingeschakeld.
De contactspanning is niet
voorhanden.
De bekabeling is foutief.
De zekering is defect.
Programmafout
De sensoren zijn sterk
vervuild.
Ultrasone sensoren niet
bedrijfsklaar.
De afstandsbediening wordt niet
gericht op de binnenspiegel.
Bij een heldere omgeving kan het
voorkomen dat de gevoeligheid
van de IR-ontvanger negatief
wordt beïnvloed.
Oplossing
Schakel in achteruit.
Schakel het contact in.
Controleer de connectoren,
de zekering in de PWR-aansluit-
kabel (5) of de vlakke zekering
van de voeding.
Neem de achteruitversnelling
los, en sluit hem terug aan
(reset).
Reinig de sensoren
regelmatig.
Controleer de connectoren
op de stuureenheid op vast
zitten resp. de kabel op onder-
brekingen.
Richt de afstandsbediening op
de rechterzijde van de spiegel.
Scherm de ontvangerpunt
op de binnenspiegel wat af.
71