Meetbereik
Soldeerbrug
200 mV
geen soldeerbrug noodzakelijk, alle 8 soldeer-
punten open
2 V
Soldeerbrug op de twee meest rechtse soldeer-
punten, rest (6 soldeerpunten) open
20 V
Soldeerbrug op de tweede soldeerpunten van
rechts, rest open
200 V
Soldeerbrug op de derde soldeerpunten van
rechts, rest open
600 V
Soldeerbrug op de vierde soldeerpunten van
rechts, rest open
* Paneelmeter van achteren gezien
Let op!
Het verkeerd afstemmen van de instellingen kan leiden tot ver-
keerde aflezingen resp. tot beschadiging(en) van de paneelme-
ter. Bovendien kan er levensgevaar bestaan bij het aanraken van
naar men denkt lagere spanningen.
5.2 Inbouw
De inbouwafmetingen komen overeen met DIN 43700, type 2.
De paneelmeter wordt in onderdelen geleverd. Voor het inbou-
wen handelt u als volgt:
a) Bevestig de paneelmeter in de uitsparing van de behuizing,
het tableau of van het schakelpaneel en doe dat dusdanig,
dat het display leesbaar is. Als de paneelmeter ingepast is in
de uitsparing (niet te veel speling/slip), brengt u aan de zij-
kant van de meter de bevestigingsstrips (geleiding) aan en
bevestigt u deze strips elk met een kartelmoer.
46
b) Nadat de meter in de uitsparing (van het tableau, schakel-
paneel e.d.) bevestigd is, sluit u de spanningloze voedings-
spanningsdraad met de juiste poling (let beslist op "+" en "-")
aan op de paneelmeter op "GND" = "-" en op "9V" = "+"
(d.m.v. solderen).
c) Sluit aansluitend het spanningloze meetsnoer met de juiste
poling (let beslist op "+" en "-") aan op "COM" = "-" en op
"Vi" (eveneens door solderen).
d) Nadat u de verbindingen tot stand heeft gebracht, kijkt u kri-
tisch naar de soldeerplaatsen ("koude" soldeerplaatsen, ka-
belbreuken, kortsluiting met er naast gelegen printbanen).
Let op!
Gebruik als meet- resp. als voedingsspanningsdraad geschikt
spanningvast installatiedraad met een doorsnede van max. 0,25
mm
, om kortsluiting aan de soldeeraansluitingen met soldeero-
2
gen er vlak bij te vermijden.
5.3 Ingebruikneming
Voordat u de module voor de eerste keer in gebruik neemt, dient
u er op te letten of de module voldoende geïsoleerd is en of u
zich gehouden hebt aan de ventilatie- en kruipwegen volgens
VDE 0411 resp. VDE 410 en IEC-1010-1. Sluit op de voedings-
spanningsingang een geregelde (gestabiliseerde) spanning van 9
VDC (DC = gelijkspanning) aan en let daarbij beslist op de pola-
riteit ("+" en "-").
Let op!
Gelijktijdige voeding en het meten van de voedingsspanning is
met deze module niet mogelijk. Het schakelpaneel, het tableau
of soortgelijke behuizingen moeten tijdens het gebruik van de
module steeds gesloten blijven.
47