f USB audio-ingangssignaalindicator
Licht op wanneer er geluidssignalen voor de diverse kanalen worden ontvangen
van de computer.
g DIGITAL, CD/ LINE, PHONO, LINE, USB */* keuzeschakelaar
(bladzijde 14)
Kies de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit apparaat
zijn aangesloten.
h TRIM instelling (bladzijde 14)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk kanaal.
i EQ/ISO (HI, MID, LOW) instellingen (bladzijde 14)
Deze regelen de toonweergave van de diverse kanalen.
j Kanaalniveau-aanduiding (bladzijde 14)
Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de kanaalfaders
geleid worden.
k COLOR instellingen (bladzijde 15)
Deze wijzigen de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
l Kanaal-fader (bladzijde 14)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via elk kanaal.
m CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Stellen de uitgangsbestemming van elk kanaal in op [A] of [B].
n Crossfader-regelaar (bladzijde 14)
Voor weergave van geluidssignalen die zijn toegewezen via de crossfader-toewij-
zingsschakelaar, overeenkomstig de curvekarakteristiek die is gekozen met de
[CROSS FADER] (crossfadercurve-keuzeschakelaar).
o MASTER LEVEL instellingen (bladzijde 14)
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [MASTER] kanaal.
p Hoofdniveau-aanduiding (bladzijde 14)
Toont het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [MASTER] kanaal.
q BALANCE instellingen (bladzijde 15)
Voor het regelen van de links/ rechts balans van de geluidsweergave via de
[MASTER1] aansluitingen enz.
r MONO, STEREO keuzeschakelaar (bladzijde 15)
Schakelt de geluidsweergave van de [MASTER1] aansluitingen enz. heen en
weer tussen mono en stereo.
s BOOTH MONITOR instellingen (bladzijde 15)
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting.
t EQ CURVE (ISOLATOR, EQ) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Schakelt de functie van de [EQ/ISO (HI, MID, LOW)] instellingen om.
u CH FADER (
,
,
) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Schakelt de kanaalregelcurve-karakteristiek om.
v CROSS FADER (
,
,
) keuzeschakelaar (bladzijde 14)
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
w ON/OFF (UTILITY) knop
— ON/ OFF: Zet de MIDI-functie aan/ uit (bladzijde 17).
— UTILITY: Toont het [USER SETUP] of [CLUB SETUP] scherm (bladzijde 23).
x START/ STOP toets (bladzijde 17)
Verzendt de MIDI-start/ MIDI-stop signalen.
y LFO FORM (WAKE UP) knop
— LFO FORM: Wanneer [MIDI LFO] is geselecteerd bij BEAT EFFECT, wordt
de golfvorm van het MIDI-signaal omgeschakeld telkens wanneer er op de
knop wordt gedrukt (bladzijde 20).
— WAKE UP: Annuleert de automatische uitschakeling (automatische rust-
stand) (bladzijde 23).
z Hoofdbeeldscherm
A X-PAD (bladzijde 16)
Regelt de kwantitatieve parameter van de BEAT EFFECT functie.
B BEAT c, d toetsen (bladzijde 16)
Bepaalt de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
C TAP (ENTER) toets
— TAP: Wanneer de BPM meetmethode is ingesteld op [TAP], moet de BPM
met de hand worden ingesteld door op de toets te tikken met een vinger
(bladzijde 16).
— ENTER: Gebruikt om de instellingen van dit toestel te wijzigen (bladzijde 23).
D QUANTIZE knop
! Gebruikt om de instellingen van dit toestel te wijzigen (bladzijde 23).
! Wanneer de QUANTIZE-functie is ingeschakeld voor het BEAT EFFECT,
wordt het effect toegepast op het geluid zonder dat het tempo verloren
wordt voor het spelende muziekstuk. (bladzijde 16).
E AUTO/TAP toets (bladzijde 16)
Schakelt de BPM-meetmethode om.
F DELAY, ECHO, SPIRAL, REVERB, TRANS, FILTER, FLANGER,
PHASER, ROBOT, MELODIC, SLIP ROLL, ROLL, REV ROLL, SND/RTN
(MIDI LFO) keuzeschakelaar (bladzijde 16)
Schakelt het BEAT EFFECT effecttype om.
G 1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B, MASTER keuzeschakelaar (bladzijde 16)
Schakelt het kanaal om waarop het BEAT EFFECT zal worden toegepast.
H TIME instelling (bladzijde 16)
Regelt de tijdparameter van het BEAT EFFECT.
I LEVEL/ DEPTH instelling (bladzijde 16)
Regelt de kwantitatieve parameter van het BEAT EFFECT.
J ON/ OFF toets (bladzijde 16)
Zet de BEAT EFFECT functie aan/ uit.
Trek niet te hard aan de knoppen voor de kanaalfader en crossfader. Deze knop-
pen zijn niet ontworpen om verwijderd te kunnen worden. Te hard aan de knoppen
trekken kan leiden tot schade aan het toestel.
13
Nl