2.
Open het batterijvak (18) van de ontvanger door de batterijvakvergrendeling (20) open te klappen
en het deksel van het batterijvak er naar boven toe af te nemen.
3.
Plaats twee batterijen van het type AA en let daarbij op de juiste polariteit.
4.
Sluit het batterijvak (18) weer. Klap de batterijvakvergrendeling (20) weer dicht.
Zender
Onder het deksel van het batterijvak van de zender bevindt zich de reset-schakelaar (26).
1.
De laadtoestandwaarschuwing (8) REMOTE verschijnt op het uitleesvenster van de ontvanger als
de batterijen van de zender moeten worden vervangen.
2.
Open het batterijvak (29).
3.
Plaats twee batterijen van het type AAA en let daarbij op de juiste polariteit.
4.
Druk op de reset-schakelaar (26) met een daarvoor geschikt gereedschap.
5.
Sluit het batterijvak (29) weer.
8.
VoorinSTELLEn VAn dE onTVAnGEr
Onder het deksel van het batterijvak van de ontvanger bevinden zich de reset-schakelaar (16),
de ºC/ºF-omschakelaar (17) en de HI/LOW-omschakelaar (19).
1.
Open het batterijvak (18) van de ontvanger door de batterijvakvergrendeling (20) open te klappen
en het deksel van het batterijvak er naar boven toe af te nemen.
2.
Stel de temperatuur in door de ºC/ºF-omschakelaar (17) op ºC (Celsius) of ºF (Fahrenheit) te
zetten.
3.
Stel het volume van de taaluitvoer in door de HI/LOW-omschakelaar (19) op HI (luid) of LOW
(zacht) te zetten.
9.
inBEdrijFnAME
1.
Steek de connector van de temperatuursensor in het chassisdeel voor de temperatuursensor-
kabel (28) op de zender.
2.
Druk op de power-schakelaar (27) van de zender:
-
De LED knippert en geeft aan dat de zender is ingeschakeld.
3.
Druk op de power-schakelaar (2) van de ontvanger:
-
De signaalsterkte-indicatie (9) op de ontvanger gaat aan, zodra de zender automatisch wordt
herkend. Deze geeft aan hoe sterk het ontvangen signaal is:
46