Relative humidity (%)
Air temperature
Heat index (apparent temperature)
Extreme danger
Danger
Extreme caution
Caution
Hitzeindex
Temperaturbandbreite
(wenn
die
relative
Luftfeuchte bei 100 %
liegt)
Hohes
> +50,6 ºC
Gefahrenrisiko
oder > 130 ºF
Gefahrenrisiko
+40,1 bis +54,5 ºC
oder +105 ºF bis +129 ºF
Extreme Vorsicht
+32 bis + 40 ºC
geboten
oder +90 bis +104 ºF
Vorsicht geboten
+26,6 bis +31,9 ºC
oder +80 bis +89 ºF
Komfort
+20,6 bis +26,5 ºC
oder +70 bis +79 ºF
Kühl
+10 bis +20,5 ºC
oder +50 bis +69 ºF
Kalt
< +9,4 ºC
oder < +49 ºF
Komfortsymbol
Zeigt an, dass die Temperatur hoch ist. (>+27 ºC oder +80 ºF)
Zeigt an, dass die Temperatur angenehm ist. (+21 bis +26 ºC oder +70 bis +79 ºF)
Zeigt an, dass die Temperatur niedrig ist. (<+20 ºC oder +69 ºF)
Funktion Hintergrundbeleuchtung
Drücken Sie die Taste SNOOZE / ALERT STOP / LIGHT (A), um die Hintergrundbeleuchtung zu
aktivieren. Sie schaltet sich nach etwa fünf Sekunden aus.
16
Relative Luftfeuchtigkeit (%)
Lufttemperatur
Hitzeindex (gefühlte Temperatur)
Extreme Gefahr
Gefahr
Extreme Vorsicht
Vorsicht
Bemerkung
Hohes Risiko von Hitzschlag, Muskelkrämpfen
oder Hitzeschäden
Risiko von Hitzschlag, Muskelkrämpfen oder
Hitzeschäden
Hitzschlag, Muskelkrämpfen oder Hitzeschäden
möglich.
•
Batterijen moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen niet rondslingeren
omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
•
Alle batterijen dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door elkaar gebruiken van oude
en nieuwe batterijen in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
•
Batterijen mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit gewone batterijen
te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
Diversen
•
Onderhoud, afstellingen of reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een vakman of een
gespecialiseerde onderhoudsdienst.
•
Voor vragen waarop deze gebruiksaanwijzing geen antwoord biedt, kunt u contact opnemen met
onze technische dienst of andere specialisten.
5.
Bedieningselementen
Hoofdapparaat (ontvanger)
A.
Knop SNOOZE/ALERT (sluimeren/waarschuwing) STOP/LIGHT (stop/achtergrondverlichting)
B.
Knop ALARM
C.
Knop
▲
D.
Knop
▼
E.
Knop ºC/ºF
F.
Knop SET / WAVE (instellen/draaggolf)
G.
Knop MAX / MI
N /▲
H.
Knop TEMP ALERT (temperatuurwaarschuwing)
I.
Knop RESET
J.
Knop RE-SYNC (opnieuw synchroniseren)
K.
Knop CLEAR
/ ▼(geheugen wissen)
L.
Batterijcompartiment
M.
Standaard
De beide knoppen aan de linker- en rechterkant van de knop TEMP ALERT (H) hebben geen functie.
Sensor (transmitter)
1.
LC-scherm
2.
Knop SELECT
3.
Knop RESET
4.
Knop ºC/ºF
5.
Sensormontageplaat
6.
Batterijcompartiment
7.
Haak
53