Meetfuncties
Zorg ervoor, dat de max. toegelaten ingangswaarden in geen
geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakelde-
len niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of
35 V DC kan staan! Levensgevaar!
Controleer vóór aanvang van de meting de aangesloten meetlei-
dingen op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellin-
gen. Defecte meetleidingen mogen niet meer worden gebruikt!
Levensgevaar!
a) Spanningsmeting „V"
Voor het meten van gelijkspanningen (V
- Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het voor uw spanning pas-
sende meetbereik „V
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het
meetobject (batterij, schakeling, enz.).
Het rode meetpunt komt overeen met de
pluspool, het zwarte meetpunt met de min-
pool.
- De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meet-
waarde in het display weergegeven.
Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een „-"(min)-teken te
zien, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetleidingen zijn
verwisseld).
- Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischa-
kelaar in de positie „OFF".
".
) gaat u als volgt te werk:
61