Terugslag is het resultaat van misbruik van het gereedschap
en /of foutieve bedieningsprocedures of omstandigheden
en kunnen worden vermeden door de volgende voorzorgen
te nemen:
■
Houd een stevige greep met de duimen en
vingers
rond
de
kettingzaaghandvatten,
beide handen op de zaag en plaats uw lichaam en
arm zo dat u terugslagkrachten kunt weerstaan.
Terugslagkrachten kunnen door de gebruiker worden
gecontroleerd als de nodige voorzorgen worden
genomen. Laat de kettingzaag niet los.
■
Overreik niet en zaag niet boven schouderhoogte.
Dit helpt voorkomen dat de punt ongewild contact
maakt en geeft u betere controle over de kettingzaag in
onverwachte omstandigheden.
■
Gebruik uitsluitend vervangzwaarden en -kettingen
die door de fabrikant zijn gespecificeerd. Een foutief
vervangzwaard of -ketting kan leiden tot kettingbreuk
en/of terugslag.
■
Volg de slijp- en onderhoudsaanwijzingen van de
fabrikant voor de kettingzaag op. Het verminderen
van de dieptemeterhoogte kan leiden tot verhoogde
terugslag.
BIJKOMENDE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
M.B.T. DE KETTINGZAAG
■
Het is aangewezen om houtbokken op een zaagbank
of krat wanneer u het product voor het eerst gebruikt.
■
Zorg ervoor dat alle beschermers, handvatten en buffer
goed zijn bevestigd en in goede staat zijn.
■
De gebruikers van deze kettingzaag moeten in goede
gezondheid verkeren. Het product is een zwaar toestel,
waardoor de gebruiker fysiek fit moet zijn om het te
gebruiken. De gebruiker moet alert zijn, een goed zicht
hebben, mobiel zijn, een goed evenwicht hebben en
handig zijn. Als u twijfelt, gebruik dan de kettingzaag
niet.
■
Start het product niet tot uw werkruimte vrij is,
zorg dat u stevig op de voeten staat en bereid een
ontsnappingsroute voor weg van een vallende boom.
■
Pas op voor de emissie van smeermiddelmist
en zaagsel. Draag indien nodig een masker of
ademhalingstoestel.
■
Zaag geen wijnranken en/of lage ondergroei (minder
dan 75 mm in diameter)
■
Houd de kettingzaag tijdens gebruik altijd met beide
handen vast. Zorg voor een stevige grip waarbij
duimen en vingers de handgrepen van de kettingzaag
omsluiten. De rechterhand moet zich op het achterste
handvat bevinden en de linkerhand op het voorste
handvat.
■
Voor u het werktuig start, zorgt u ervoor dat de
zaagketting met geen enkel voorwerp in contact komt.
■
Wijzig uw werktuig nooit of gebruik het niet om
voorzetstukken of apparaten die niet door de fabrikant
van uw zaag werden aangeraden, aan te drijven.
■
Er
moet
zich
een
wondverbanden en een middel om de aandacht te
trekken (vb. een fluitje) in de buurt van de gebruiker
met
eerstehulpkit
met
grote
bevinden. Een uitgebreidere kit moet zich op redelijke
afstand bevinden.
■
De gebruiker kan geneigd zijn om de helm af te nemen
als er geen gevaar bestaat voor vallende voorwerpen
in het werkgebied, maar onthoud dat de helm, in het
bijzonder met het gelaatscherm in gaas, ook kan helpen
om het risico op mogelijke gelaats- of hoofdletsels te
verminderen als er terugslag is.
■
Een foutief aangespannen ketting kan van het zwaard
afspringen, wat kan leiden tot ernstige verwondingen
of de dood. De lengte van de ketting hangt af van de
temperatuur. Controleer regelmatig de spanning.
■
U dient vertrouwd te worden met uw nieuwe kettingzaag
door enkele eenvoudige zaagbewegingen te maken op
een goed ondersteund stuk hout. Do dit altijd wanneer
u de kettingzaag gedurende een zekere tijd niet hebt
gebruikt.
■
Om het risico te verminderen op letsels die
samenhangen met contact aan bewegende onderdelen,
legt u de motor altijd stil, activeert u de kettingrem,
verwijdert u het batterijpack en zorgt u ervoor dat alle
bewegende onderdelen zijn stilgevallen voor:
blokkering schoon- of vrijmaken
–
het product onbeheerd achterlaten
–
u voorzetstukken installeert of verwijdert
–
er controles, onderhoud of werkzaamheden worden
–
uitgevoerd op de machine
■
De omvang van het werkterrein is afhankelijk van het
werk dat wordt uitgevoerd, alsmede het formaat van
de desbetreffende boom of het werkstuk. Het vellen
van een boom, bijvoorbeeld, veronderstelt een groter
werkgebied dan nodig is voor andere zaagbewegingen,
vb. het in stukken zagen van een houtblok, etc. De
gebruiker moet zich bewust zijn van alles wat zich in
het werkbereik afspeelt en er de controle over hebben.
■
Zaag niet terwijl uw lichaam zich in lijn met het zwaard
en de ketting bevindt. Als u een terugslag ervaart, zal
dit helpen voorkomen dat de ketting in contact komt met
uw hoofd of lichaam.
■
Gebruik geen voor- en achterwaartse beweging,
maar laat de ketting zijn werk doen. Houd de ketting
scherp en probeer de ketting niet door de zaagsnede
te forceren.
■
Oefen geen druk uit op de zaag aan het einde van
de zaagsnede. Wees klaar op het gewicht van de
kettingzaag op te vangen als deze zich vrij van het hout
zaagt. Wanneer u dit niet doet kan dit leiden tot ernstige
letsels.
■
Stop het zagen niet in het midden van een
zaagbeweging. Laat de zaag draaien tot ze uit de
zaagsnede is verwijderd.
Duwen en trekken
De reactiekracht is altijd tegenovergesteld aan de richting
waarin de ketting beweegt. De gebruiker moet klaar zijn om
de trekbeweging van de machine (voorwaartse beweging),
te beheersen wanneer hij met de onderste rand van het
zwaard zaagt en de duwbeweging (in de richting van de
gebruiker) wanneer hij met de bovenste rand zaagt.
EN
FR
DE
ES
IT
NL
PT
DA
SV
FI
NO
RU
PL
CS
HU
RO
LV
LT
ET
HR
SL
SK
BG
UK
TR
Nederlands |
57