aanwijzingen ten aanzien van de instellingen in de gebruiks-
aanwijzing van de camera!
Donker onderwerp voor een lichte achtergrond:
positieve correctiewaarde
(ongeveer 1 tot 2 diafragmawaarden).
Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond:
negatieve correctiewaarde
(ongeveer -1 tot -2 diafragmawaarden).
Een correctie op de belichting door het objectiefdiafragma
op de camera te veranderen is niet mogelijk, daar de belich-
tingsautomatiek die veranderde waarde weer als normaal
werkdiafragma zal zien.
Vergeet niet de correctiewaarde op de TTL-flitsbelich-
ting na de opname weer op "0" terug te zetten!
6 Automatisch geprogrammeerd flitsen
Bij het automatisch geprogrammeerd flitsen stuurt de camera
diafragma, belichtingstijd en de mecablitz automatisch zo,
dat in de meeste opnamesituaties, ook bij het invulflitsen,
samen met het flitslicht een optimaal opnameresultaat wordt
verkregen.
Instelling op de camera
Stel uw camera in op de functie "volautomatisch ", "program
P", of een van de onderwerpsprogramma's (landschap,
portret, sport enz.). Kies op camera en objectief de auto-
focusfunctie.
Instelling op de flitser
Zodra u de instellingen hebt uitgevoerd en de mecablitz aangeeft
dat hij gebruiksklaar is, kunt u met de opnamen beginnen.
75