5.6 TTL-flitsfunctie
In de TTL-flitsfunctie krijgt u op eenvoudige wijze zeer goede
flitsopnamen. In deze functie wordt de belichtingsmeting uit-
gevoerd door een sensor in de camera. Deze meet het door
het objectief (TTL = "Trough The Lens") op de film vallende
hoeveelheid licht. Zodra voldoende licht is gemeten, zendt de
elektronica een stopsignaal naar de mecablitz en wordt de
flits onmiddellijk afgebroken.
Het voordeel van deze flitsfunctie ligt hierin, dat alle factoren
die de belichting van de film kunnen beinvloeden (opnamefil-
ters, veranderingen van diafragmawaarden en brandpuntsaf-
stand bij zoomobjectieven, uittrekverlenging bij dichtbijopna-
men enz.), automatisch bij de regeling van flits in acht worden
genomen. U hoeft zich om de instelling van de flitser niet te
bekommeren, de elektronica in de camera zorgt automatisch
voor de juiste dosering van het flitslicht.
70
Bij een correct belichte opname verschijnt op de mecablitz en
soms ook in de zoeker van de camera de aanduiding "o.k".
De TTL-flitsfunctie wordt in alle camerafuncties (bijv. "gepro-
grammeerd automatisch", "program P", tijdautomatiek "Av",
c.q. "A", diafragma-automatiek "Tv", c.q. "S", de onder-
werpsprogramma's, manual "M" enz.) ondersteund.
Voor het testen van de TTL-functie moet er zich een film
in de camera bevinden! Let er bij de keuze van het
filmmateriaal op, dat uw camera u geen beperkingen
ten aanzien van de filmgevoeligheid, c.q. de
ISO–waarde voor de TTL-functie oplegt (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera)!