6. Elektrische aansluitingen
<PUMY-P·VKM>
L N
B1 B2
M1
M2
TB1
TB1B
TB3
B
C
A
<PUMY-P·YKM>
L1 L2 L3 N
B1 B2
M1
TB1B
TB1
B
C
A
A : Netvoeding
B : Voedingsspanning voor aftakdoos
C : Schroef op schakelkast
D : Transmissieleiding
Fig. 6-1
6.3. Bedrading transmissiekabels
1 Typen bedieningskabels
1. Bedrading transmissiekabels
• Typen transmissiekabels: Afschermdraad CVVS of CPEVS of MVVS
• Kabeldoorsnede: Meer dan 1,25 mm
• Maximaal toegestane kabellengte: Minder dan 200 m
2. M-NET-Afstandsbedieningskabels
Typen afstandsbedieningskabel
Kabeldoorsnede
Opmerkingen
* Aangesloten met eenvoudige afstandsbediening.
Voorbeeld van de groepswerking met meerdere buitenapparaten (afschermdraden en adresinstellingen zijn noodzakelijk)
<Voorbeeld van bedrading transmissiekabels>
■ M-NET-afstandbediening (Fig. 6-2)
■ MA-afstandbediening (Fig. 6-3)
<Bedradingsmethode en adresinstellingen>
a. Zorg ervoor dat afschermdraden gebruikt worden voor aansluitingen tussen buitenapparaat (OC) en binnenapparaat (IC), tussen OC en OC, en tussen IC en IC.
b. Gebruik voedingsbedrading om de aansluitklemmen M1 en M2 en aardklem op transmissiekabelblok (TB3) van elk buitenapparaat (OC) aan te sluiten op aansluitklem-
men M1, M2 en S op het transmissieblok van de binnenapparaten (IC).
c. Sluit aansluitklemmen 1 (M1) en 2 (M2) van het transmissiekabelblok van binnenapparaat (IC) met het laatste adres in dezelfde groep aan op aansluitblok van de
afstandsbedieningseenheid (RC).
d. Sluit de aansluitklemmen M1, M2 en S op de aansluitblokken (TB7) voor centrale bediening op beide buitenapparaten (OC) op elkaar aan.
e. De overbruggingscconnector CN41 van het besturingspaneel verandert niet .
f.
Sluit de afscherming van de transmissieleiding van het binnenapparaat aan op aansluitklem (S) voor de afscherming van aansluitblok (TB3) en sluit ook aansluitklem
(S) aan op schroef C of D met de bijgesloten aardedraad.
Sluit de afscherming van de leiding tussen de buitenapparaten en de transmissieleiding van het centrale besturingssysteem aan op aansluitklem (S) voor de afscherming
van aansluitblok (TB7).
g. Stel de schakelaar voor de adresinstelling in zoals hieronder wordt getoond.
Apparaat
Bereik
IC (Hoofd)
01 t/m 50
IC (Ondergeschikt)
01 t/m 50
Buitenapparaat
51 t/m 100
M-NET R/C (Hoofd)
101 t/m 150
M-NET R/C (Ondergeschikt)
151 t/m 200
MA R/C
h. Stel meerdere buitenapparaten in als een groep vanaf de afstandsbedieningseenheid (RC) nadat de spanning is ingeschakeld. Zie de installatiehandleiding van de
afstandsbedieningseenheid voor meer informatie.
i.
PWFY-unit aansluiten
• Voer de groepsinstellingen van de PWFY-unit en de binnenunits niet uit.
• De PWFY-unit en een Lossnay-unit kunnen niet zodanig worden ingesteld dat ze tegelijkertijd werken.
• Gebruik een WMA-afstandsbediening voor de PWFY-unit.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de PWFY-unit voor meer informatie.
46
E
S
M1
M2
S
F
TB7
D
E
M2
S
M1
M2
S
F
TB3
TB7
D
E : Schroef op de elektrokast
F : Schroef op de elektrokast
2
2-aderige omhulde kabel (zonder
afscherming) CVV
0,3 tot 1,25 mm
(0,75 tot 1,25 mm
)*
2
2
Als meer dan 10 m kabel nodig is, gebruik
dan kabels met dezelfde specificaties als
onder 1. Bedrading transmissiekabels
Stel het laatste adres in in dezelfde groep van binnenapparaten
Stel de adressen in van elk apparaat, anders dan de IC (Hoofd), in de groep van binnenapparaten. IC (Hoofd) moet
opeenvolgend zijn
Meest recente adres van binnenapparaten in hetzelfde koelsysteem + 50
* Het adres krijgt automatisch de waarde 100 als het wordt ingesteld op 01-50 .
Adres IC (Hoofd) + 100
Adres IC (Hoofd) + 150
–
Niet-vereiste adresinstelling (vereiste Hoofd/Subinstelling)
6.2. Bedieningsdoos en aansluitpositie van bedrading
(Fig. 6-1)
1. Sluit de transmissieleiding voor binnenapparaten aan op het aansluitblok voor de
transmissielijn (TB3) of sluit de bedrading tussen buitenapparaten of de bedrading met
het centrale besturingssyteem aan op het aansluitblok voor centrale besturing (TB7).
Wanneer u afgeschermde bedrading gebruikt, dient u de afscherming van de
transmissieleiding van het binnenapparaat te aarden via de schroef (C of D) en
de afscherming van de leiding tussen de buitenapparaten en de transmissielei-
ding van het centrale besturingssysteem te aarden op de aansluitklem (S) voor
de afscherming op het aansluitblok (TB7) van het centrale besturingssysteem.
Daarnaast dient, in het geval van een buitenapparaat waarbij de aansluitklem
voor de netspanning CN41 is vervangen door CN40, de aansluitklem (S) voor
de afscherming van aansluitblok (TB7) van het centrale besturingssysteem ook
te worden aangesloten op de schroef C of D met de bijgesloten aardedraad.
2. Leidingbevestigingsplaten (ø27) worden meegeleverd. Leid het netsnoer en de
transmissieleidingen door de juiste doordrukopeningen en verwijder vervolgens
de afdekking van de doordrukopening aan de onderkant van de aansluitdoos en
sluit de draden aan.
3. Sluit het netsnoer aan op de bedieningsdoos m.b.v. een kabeldoorvoer die span-
krachten kan opvangen (een PG-aansluiting of iets dergelijks).
4. Het aansluitblok (TB1B) wordt gebruikt voor het leveren van spanning aan de
aftakdoos (220 ~ 240 V, max. 6 A).
Voorzichtig:
Sluit de signaaldraad van de binnenunit of de centrale besturing nooit aan op dit
aansluitblok (TB1B). Als de signaaldraden aangesloten zijn, kan het aansluitblok
van de binnenunit of de centrale besturing beschadigd raken.
3. MA-Afstandsbedieningskabels
Typen afstandsbedieningskabel
Kabeldoorsnede
Opmerkingen
* Aangesloten met eenvoudige afstandsbediening.
2 Voorbeelden van bedrading
• Naam bedieningseenheid, aanduiding en toegestane aantal bedieningseenheden.
Naam
Code
Bedieningseenheid
OC
buitenapparaat
Bedieningseenheid
IC
binnenapparaat
Afstandsbedienings-
RC
eenheid
Instellingsmethode
2-aderige omhulde kabel (zonder
afscherming) CVV
0,3 tot 1,25 mm
(0,75 tot 1,25 mm
)*
2
2
Minder dan 200 m
Toegestane aantal bedieningseenheden
–
PUMY-P112 1 tot en met 9 units per 1 OC
PUMY-P125 1 tot en met 10 units per 1 OC
PUMY-P140 1 tot en met 12 units per 1 OC
RC
Maximaal 12 regelaars voor
(M-NET)
één OC
MA
Maximaal 2 per groep