Wateraansluiting
• Gebruik nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Gebruikt
geen gebruikte slangen.
• Sluit het apparaat niet aan op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
• Zorg ervoor dat de waterslangen niet knakken of beschadigd raken bij installatie van het
apparaat.
• Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen.
• Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen niet lek zijn.
• De watertoevoerslang heeft een dubbele wand en bevat een hoofdkabel aan de binnen-
kant en een veiligheidsklep. De watertoevoerslang staat alleen onder druk als het water
stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang is, onderbreekt de veiligheidsklep het
stromende water.
– Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit:
– Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen.
– Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact.
– Laat alleen de service-afdeling de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repa-
reren.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
Elektrische aansluiting
• Dit apparaat moet geaard worden.
• Zorg er voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact.
• Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het
apparaat.
• Zorg ervoor dat de stekker toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd
aan de stekker.
Veiligheidsinformatie
5