NEDERLANDS
48
Veiligheidsbril dragen!
Draag oorbeschermers!
Veiligheidshandschoenen gebruiken!
Veiligheidsschoenen met bescherming
tegen insnijden, geribde zolen en stalen
neuzen dragen!
Let op: hete oppervlakte!
Verbrandingsgevaar!
Waarschuwing voor weggeslingerde
onderdelen
Waarschuwing voor handletsels
Houd in de omgeving staande personen
op een veilige afstand van de machine
(minimaal 5 m)
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische
spanning
Tegen vocht beschermen
Verpakkingsoriëntering boven
Veiligheidsadviezen
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen
door - ook die in de bijgeleverde brochure. Als de
waarschuwingen en voorschriften niet worden opge-
volgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwin-
gen en voorschriften voor toekomstig gebruik.
Houd kinderen en overige personen evenals dieren
tijdens het gebruik van het apparaat op afstand. De
minimale veiligheidsafstand bedraagt 5 m.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Draag stevige schoenen en een lange broek. Gebruik
het apparaat nooit met blote voeten of in lichte
sandalen.
Draag beschermende handschoenen, indien het
noodzakelijk is.
Gebruik het apparaat enkel bij daglicht of in een goed
verlichtte omgeving.
Controleer zorgvuldig de plaats waar de machine
wordt gebruikt en verwijder alle voorwerpen die
gegrepen en weggeslingerd kunnen worden.
Voor zover mogelijk, vermijd gebruik van dit product
op nat gras.
Brandstof is licht ontvlambaar:
Bewaar brandstof slechts in daarvoor goedge-
keurd jerrycans.
Machine uitsluitend buiten tanken en niet in de
buurt van open vuur, resp. brandende sigaretten.
Tank vóór het starten van de machine. Bij draai-
ende en/of warme motor mag niet getankt of de
tankdop geopend worden.
Let op dat er geen brandstof gemorst wordt,
Indien brandstof overgelopen is, mag de motor
niet gestart worden Verwijder het apparaat
van de vervuilde plaats en vermijd willekeurige
ontsteekpogingen tot de brandstofdampen zijn
verdampt.
Alle deksels weer vast op de brandstoftanks en
brandstofbakken plaatsen.
Vóór de eerste ingebruikname dient de motor beslist
met motorolie gevuld worden.
Controleer voor iedere inbedrijfstelling de oliestand.
Vul eventueel de motorolie bij.
Voer altijd voor het begin van de werkzaamheden een
visuele controle uit om vast te stellen of het apparaat,
met name de maaiwerktuigen, bevestigingsonder-
delen en de gehele maai-eenheid , beschadigd zijn.
Voor het gebruik altijd door een visuele
controle vaststellen dat de maaimessen, de
messchroeven en de maai-eenheid niet bot,
versleten of beschadigd zijn. Versleten of
beschadigde messen en schroeven vervangen om
een evenwichtige loop te garanderen.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te
demonteren, het gebruiksdoel te veranderen of
vreemde beschermingsinrichtingen aan te
brengen.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als
het beschadigd is of de beschermingsinrichtingen
defect zijn. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen.
De machine niet in een afgesloten ruimte gebruiken
omdat zich daar de gevaarlijke koolmonoxidegassen
kunnen ophopen.
Start de motor enkel dan als uw voeten op een veilige
afstand van de maaiwerktuigen zijn.
Kantel bij het starten de machine niet.
Start de machine niet, als u voor de uitwerpopening
staat.