c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies vervolgens met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U kunt kiezen uit de volgende afstanden.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞ (onbeperkte
afstand)
3.0m
1.0m
0.5m
0.5m
Center AF
Multi AF
Focus
WB
ISO
Terugkeren naar de
automatische scherpstelling
Kies in stap 3 [Multi AF] of [Center AF].
• De vooringestelde brandpuntsafstanden zijn
niet exact. Gebruik deze informatie slechts als
richtlijn.
• Als u de lens naar boven of beneden richt,
neemt de fout toe.
• Als de brandpuntsafstand knippert terwijl
[0.5m] is gekozen, druk dan op de zoomtoets
(W) totdat de brandpuntsafstand ophoudt met
knipperen (alleen DSC-P93).
• Er gelden beperkingen voor bepaalde
afstandsinstellingen op basis van de positie van
de modusknop (pagina 37).
NL
52
Foto's maken met
handmatig ingestelde
sluitertijd en
diafragmawaarde
– Handmatige belichting
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde
met de hand instellen.
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de belichting die de camera heeft bepaald,
wordt weergegeven op het LCD-scherm als
de EV-waarde (pagina 55). 0EV geeft de
geschikte waarde aan voor de camera.
Regeltoets
Sluiterknop
Modusknop
a Stel de modusknop in op M.
b Druk op z.
"Set" linksonder in het LCD-scherm
verandert in "Return" en de camera
schakelt over op de modus voor het
handmatig instellen van de belichting.
c Selecteer een sluitertijd met v/V.
FINE
101
VGA
98
M
Return
SAF
250
F2.8
0
EV
De sluitertijd kan worden ingesteld
tussen 1/1000 seconde en 30 seconden.
Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of
langer selecteert, wordt automatisch de
functie NR-modus voor lange
sluitertijden (pagina 37) ingeschakeld.
In dergelijke gevallen wordt "NR"
naast de indicator voor de sluitertijd
weergegeven.