Anleitung_BT_BC_30_SPK2:_
Fig. 12:
Neem daarna de rode laadkabel los van de pluspool
van de batterij.
Fig. 13:
Batterijdoppen terug opschroeven of erop drukken
(indien aanwezig).
b) Starthulp
6 - 24V 80 A aritm. / 100 A eff.
1. Stel de batterijspanning in (6 V / 12 V of 24 V).
2. Draai de stroomtrapschakelaar naar trap 6. (fig.
5).
3. Laadt de batterij 5 tot 10 minuten voor zoals
beschreven onder punt a) „Laden van de
batterij".
4. Druk op de knop van de afstandsstartinrichting
en start tegelijkertijd het voertuig (fig. 14).
Na korte tijd wordt het apparaat uitgeschakeld door
de overbelastingsschakelaar. Is de startpoging
mislukt, kan de knop van de
overbelastingsschakelaar na ca. 3 minuten opnieuw
worden ingedrukt en de startpoging herhaald. Het
starten gaat gemakkelijker als de batterij voor het
starten ca. 10 minuten met de maximale laadtrap
wordt geladen.
6. Beveiliging tegen overbelasting
Fig. 15:
De geïntegreerde overbelastingsschakelaar
beschermt het apparaat tegen overbelasting of
kortsluiting. Als de overbelastingsschakelaar
reageert, gaat zijn drukknop verder naar buiten
uitsteken; na een korte afkoelpauze van ca. 5
minuten kan deze knop opnieuw worden ingedrukt.
De in de transformator geïntegreerde thermische
beveiliging beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Fig. 16:
De stripveiligheid aan de achterzijde van het
apparaat beschermt het apparaat tegen kortsluiting
en polariteitsomkering. Verwisselen van
smeltveiligheidsstrip: dezelfde ampérage gebruiken.
Aanwijzing
Bij diep ontladen batterijen met een grote capaciteit
kan bij de bovenste laadtrappen, vooral bij te hoge
netspanning, een overbelastingsschakelaar het
apparaat uitschakelen. In dit geval zal het nuttig zijn
de batterij met een lage laadtrap korte tijd zolang
voor te laden tot de overbelastingsbeveiliging niet
meer reageert.
20.08.2008
14:51 Uhr
Seite 27
7. Onderhoud van de batterij
Let er steeds op dat uw batterij steeds vast
ingebouwd is.
Er moet een perfecte verbinding met het
leidingnet van de elektrische installatie verzekerd
zijn.
Batterij schoon en droog houden.
Aansluitklemmen lichtjes invetten met een
zuurvrij en zuurvast vet (vaseline).
Bij niet onderhoudsvrije batterijen ca. om de 4
weken hoogte van het zuurpeil controleren en,
indien nodig, enkel gedestilleerd water bijvullen.
8. Reiniging, onderhoud en bestellen
van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de
ventilatiespleten en het huis zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met
een schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochtige
doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kunnen
aantasten. Let er goed op dat geen water in het
toestel terechtkomt.
De lader moet in een droge ruimte worden
opgeborgen. De laadklemmen moeten van
corrosie worden ontdaan.
8.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
8.3 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
NL
27