Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting (DSC-S90/S80/S60) of Cyber-shot
•
Station (DSC-ST80) los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is
veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
•
de camera (blz. 70) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan enige tijd duren,
•
afhankelijk van de printer.
Overige
De camera werkt niet.
Gebruik het soort batterijen dat voor deze camera geschikt is (blz. 91).
•
De batterijen zijn bijna leeg (De E indicatie wordt afgebeeld). Laad de batterijen op of
•
vervang ze door nieuwe (
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Verwijder de batterijen en plaats ze
•
na een minuut weer terug, en zet de camera aan.
Ik ken de betekenis van een indicatie op het scherm niet.
Zie blz. 16.
•
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
•
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 93).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is normaal.
•
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
De batterijen zijn leeg geraakt. Laadt de batterijen op of installeer nieuwe batterijen (
•
in "Lees dit eerst") of gebruik de netspanningsadapter (niet meegeleverd).
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
Stel de datum en tijd opnieuw in (
•
stap 1 in "Lees dit eerst").
t
stap 2 in "Lees dit eerst").
t
stap 1
t
NL
85