Witbalans, gevoeligheid of sluitersnelheid kan niet handmatig worden
aangepast.
• Zet de schakelaar AUTO LOCK in de middelste stand om de automatische vergrendeling
op te heffen.
Er verschijnen kleine witte, rode, blauwe of groene stippen op het scherm.
• Dit fenomeen treedt op wanneer u een trage sluitersnelheid gebruikt (p. 35). Dit duidt niet op
een storing.
De onderwerpen die heel snel door het beeld lopen, kunnen vervormd zijn.
• Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door
de manier waarop het beeldapparaat (CMOS-sensor) de beeldsignalen leest, kunnen
onderwerpen die snel door het beeld lopen, afhankelijk van de opnameomstandigheden
vervormd zijn.
Het beeld is helder op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven.
• Annuleer de functie TEGENLICHT (p. 59).
Het beeld is donker op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven.
• Houd de knop DISPLAY/BATT INFO enkele seconden ingedrukt om de
achtergrondverlichting in te schakelen (p. 19).
Er verschijnen horizontale strepen op het beeld.
• Dit probleem treedt op als u beelden opneemt onder een TL-buis, natriumlamp of kwiklamp.
Dit duidt niet op een storing. U kunt dit probleem verminderen door de sluitersnelheid te
wijzigen (p. 35).
Er verschijnen zwarte strepen als u een televisiescherm of computerscherm
opneemt.
• U kunt dit probleem verminderen door de sluitersnelheid te wijzigen (p. 35).
Fijne patronen knipperen en diagonale lijnen lijken gekarteld.
• Pas [SCHERPTE] aan in de richting van [0] (p. 37).
Afspelen
Wanneer u beelden afspeelt die zijn opgenomen op een "Memory Stick Duo", raadpleegt
u ook de paragraaf Banden/"Memory Stick Duo" (p. 90).
U kunt de band niet afspelen.
• Schuif de schakelaar POWER naar de stand VCR.
• Spoel de band terug (p. 28).
NL
93
Wordt vervolgd ,