Opname van discs—Disc-synchroonopname
U kunt discs op drie verschillende manieren op een cassette
opnemen.
Met gebruik van synchroonopname wordt de discweergave en
opname op de cassette tegelijkertijd gestart en gestopt.
• Synchroonopname van één disc—De hele disc wordt
opgenomen.
• Synchroonopname van alle discs—Alle geplaatste discs
worden doorlopend (met de doorlopende weergavefunctie)
of in een willekeurige volgorde (met de willekeurige
weergavefunctie) opgenomen, of het door u gemaakte
programma (met de geprogrammeerde weergavefunctie)
wordt opgenomen. Zie bladzijde 25.
• Opname van eerste fragment—Het eerste fragment van
iedere disc wordt opgenomen. Zie bladzijde 26.
• Opname van één fragment—Uitsluitend het gewenste
fragment wordt tijdens weergave opgenomen. Zie bladzijde
26.
• Stel de juiste bandomkeerfunctie en bandtransportrichting
in voor opname op beide kanten van de cassette. (Zie
bladzijde 23.)
Indien het eind van de voorkant van de cassette wordt bereikt tijdens
opname van een fragment, wordt de opname van dit fragment
opnieuw op de achterkant van de cassette gestart (indien de
bandomkeerfunctie op
is gesteld).
Bij opname met gebruik van de willekeurige weergavefunctie, wordt
het onderbroken fragment echter niet geheel opnieuw op de andere
kant opgenomen.
In de volgende gevallen verschijnt "NO REC" op het
display na een druk op de REC toets:
• Indien er geen cassette is geplaatst.
• Indien een beschermde cassette is geplaatst.
• Indien een van de laden geopend is en "CD" als bron is gekozen.
Synchroonopname van één disc
1
Plaats een voor opname geschikte cassette in
de cassettehouder met de kant waar de band
blootligt naar links gericht.
2
Plaats de op te nemen disc in de 5 CD-wisselaar.
• Indien de huidige bron niet "CD" is, moet u eerst op
3/8 CD drukken en dan op 7 alvorens naar de
volgende stap te gaan.
3
Kies het nummer van de disc die u wilt opnemen.
Met de afstandsbediening:
Druk op
DISC UP of
DISC DOWN.
Met het toestel:
Druk herhaaldelijk op
DISC SELECT.
4
Druk op CD REC MODE om
"1 CD" te kiezen.
Door iedere druk op de toets verandert de
opnamefunctie als volgt:
1 CD
1
2
CD
5
Druk op REC terwijl "1 CD" nog op
het display wordt getoond.
De
indicator licht op het display op en de
REC
opname start.
• Druk beslist op de toets voordat "1 CD" van het display
dooft. De opname wordt anders namelijk met de
synchroonopnamefunctie voor alle discs gestart (zie
bladzijde 25).
1
2
CD
Huidige
fragmentnummer
De opname stopt zodra de gekozen disc geheel is opgenomen. Zowel
de 5 CD-wisselaar als het cassettedeck stoppen automatisch.
Voor het stoppen tijdens de opname, drukt u op 7.
De cassette stopt na 4 seconden.
Voor het verwijderen van de cassette, drukt u op 0 van het
toestel.
Bij het opnemen van een disc
Er wordt automatisch voor ieder fragment een blanco gedeelte van 4
seconden op de cassette opgenomen. Voer de volgende handelingen
uit indien u een opname zonder deze blanco gedeeltes wilt maken:
1 Plaats uitsluitend de op te nemen disc in de 5 CD-wisselaar.
2 Kies het nummer van de geplaatste disc.
Met de afstandsbediening:
Druk op
is gekozen.
Met het toestel:
Druk herhaaldelijk op DISC SELECT.
3 Druk tweemaal op 3/8 CD zodat de discweergave wordt gepauzeerd.
• Indien de disc niet precies bij "0:00" wordt gepauzeerd, kunt u
door een druk op 4 (of 4 DOWN van het toestel) terug
naar "0:00" springen.
4 Druk op REC om de opname te starten.
DISC UP
De opname stopt nadat de disc is opgenomen.
DISC DOWN
U kunt tijdens opname van een disc de andere discs niet wisselen.
DISC
SELECT
CD
Door een druk op CD REC MODE wordt de herhaalde
weergavefunctie geannuleerd en de doorlopende weergavefunctie
van discs geactiveerd.
ALL CD
1ST TRACK
3
4
5
3
4
5
REC
Verstreken
weergavetijd
DISC UP of
DISC DOWN terwijl "CD" als bron
Vorvolg
CD REC
MODE
REC
24