gereedschap voordoen:
a) Verwondingen door bewegende onder-
delen;
b) Gehoorschade indien er geen geschik-
te gehoorbescherming gedragen wordt;
c) schade aan de longen, indien geen
geschikt stofmasker wordt gedragen;
d) Schade aan de gezondheid, die van
hand-/armtrillingen het gevolg zijn
indien het apparaat gedurende een
langere periode gebruikt wordt of niet
zoals reglementair voorgeschreven be-
heerd en onderhouden wordt.
Waarschuwing! Dit elektrische
gereedschap produceert tijdens de
werking een elektromagnetisch veld.
Dit veld kan in bepaalde omstan-
digheden actieve of passieve medi-
sche implantaten in negatieve zin
beïnvloeden. Om het gevaar voor
ernstige of dodelijke verwondingen
te verminderen, adviseren wij per-
sonen met medische implantaten,
hun arts en de fabrikant van het
medische implantaat te raadplegen
voordat de machine bediend wordt.
Montagehandleiding
Trek alvorens u aan het apparaat
gaat werken de stekker uit het stop-
kontakt. Gevaar door elektrische
schok.
Hulphandgreep monteren/
draaien
Gebruik het apparaat niet
zonder hulphandgreep. Hij
geeft extra steun en vermin-
dert het risico op verwondin-
gen.
1. Maak de vleugelmoer (3) van de
hulphandgreep (5) los.
2. Schuif de hulphandgreep (5) via
de snelspanboorhouder (4) op
het apparaat.
3. Draai de hulphandgreep (5) in
de gewenste werkpositie (zie
kleine afbeelding).
4. Draai de vleugelmoer (3) stevig
vast.
De hulphandgreep is geschikt voor
rechtshandige en linkshandige men-
sen.
Diepteaanslag monteren/
instellen
Met de diepteaanslag kunt u gaten precies
op een bepaalde boordiepte x boren.
1. Maak de vleugelmoer (3) van de
hulphandgreep (5) los.
2. Plaats de diepteaanslag (2) in
de hulphandgreep (5).
3. Plaats de punt van de diepte-
aanslag (2) rond de gewenste
boordiepte x achter de punt van
de boor.
4. Draai de vleugelmoer (3) stevig
vast.
5. Boor het gat tot de diepteaan-
slag (2) het werkstuk raakt.
Werktuig plaatsen/
vervangen
1. Draai de snelspanboorhouder
(4) zo ver open (RELEASE)
dat het werktuig kan worden
geplaatst. Daarvoor houdt u
de achterste huls (4a) van de
snelspanboorhouder (4) vast en
draait de voorste huls (4b) tegen
NL
55