NL
Bediening
1. Schakelen
Schuif de keuzeschakelaar
4) naar LO of HI, die overeenkomt met
(
een ingesteld laag of hoog toerental.
De overschakeling mag
slechts plaatsvinden als het
apparaat stil staat!
2. Draairichtingsschakelaar
U kunt veranderen tussen rechts- en links-
loop als u de (
5) verschuift.
Als u de draairichtingsschakelaar (
de middelste positie beweegt, is het ap-
paraat tegen inschakelen beveiligd.
De draairichtingsschakelaar
mag slechts worden gebruikt
als het apparaat stil staat!
3. Instelling van het draaimoment
Als u draait aan de draaimomentinstelring
(
3) kunt u het maximale draaimoment
vooraf instellen. Er zijn 17+1 draaimo-
menttrappen voorzien. In de laatste trap is
het maximale draaimoment beschikbaar.
Deze stand is in het bijzonder geschikt om
te boren, daarom wordt deze ook met een
boorsymbool aangeduid.
Wanneer de vooraf ingestelde draaimo-
mentgrens wordt bereikt, is een duidelijk
ratelend geluid hoorbaar. Dit geluid wordt
veroorzaakt door de slipkoppeling.
De draaimomentinstelring
mag slechts worden gebruikt
als het apparaat stil staat!
82
Om de bithouder (17) te gebruiken, moet
u de snelspanboorhouder (1) verwijderen.
Houd de snelspanboorhouder (1) van
voren vast en trek of schuif de boorhouder-
ring (2) tegen de snelspanboorhouder
(1) in de richting van de gemarkeerde
pijl „Unlock" op de boorhouderring (2).
Bijgevolg is de snelspanboorhouder (1)
ontgrendeld en kan naar voren worden
afgetrokken.
Als u de snelspanboorhouder opnieuw wilt
plaatsen, draait u deze op de bithouder
(17) tot u deze er volledig kunt opschu-
5) in
iven. Zet de snelspanboorhouder (1) vast
met de boorhouderring (2). Schuif of trek
hiervoor de boorhouderring (2) in de rich-
ting van de gemarkeerde pijl „Lock" op de
boorhouderring (2).
Draai de snelspanboorhouder (1) volgens
de wijzers van de klok open, tot de boor-
houderopening groot genoeg is om het
werktuig erin te plaatsen.
Schuif het werktuig zover mogelijk in
de snelspanboorhouder (1) en draai de
snelspanboorhouder volgens de wijzers
van de klok vast om het werktuig vast te
klemmen.
Als u het werktuig opnieuw wilt verwij-
deren, draait u de snelspanboorhouder (1)
open en trekt het werktuig eruit.
4. Snelspanboorhouder
verwijderen
5. Verandering van
werktuig