Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet u
minimaal een 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koel systeem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken
(zie hoofdstuk Schoonmaken).
Het stopcontact moet gemakkelijk
te bereiken zijn. Het apparaat uitsluitend
via een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact op
220 240 V/50 Hz wissel stroom
aansluiten. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot 16
A.
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het type plaatje
controleren of de aansluit spanning en de
stroomsoort overeen komen met de
waarden van uw elektriciteitsnet. Het
typeplaatje bevindt zich links onderaan in
het apparaat. Een eventueel
noodzakelijke vervanging van de
aansluitkabel mag alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Waarschuwing
!
Het apparaat mag nooit worden
aangesloten op elektronische energie
besparende stekkers of op omvormers die
gelijkstroom omzetten in 230 V
wisselstroom (bijv. installaties voor
zonneënergie of netwerken voor
schepen).
Inschakelen van
het apparaat
Afb. 2
Hoofdschakelaar 1 indrukken. Het
temperatuurindicatielampje knippert
tot de gewenste temperatuur is bereikt.
Het apparaat begint te koelen.
De binnenverlichting is bij geopende deur
ingeschakeld.
Wij raden een instelling van ca. +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Instellen van
de temperatuur
Afb. 2
De temperatuur in de koelruimte kan
worden ingesteld van +2 °C tot +8 °C.
De toets 4 net zo vaak indrukken tot het
gewenste temperatuurindicatie lampje
brandt.
Het brandende lampje geeft de ingestelde
temperatuur aan.
Attentie
Kouder ingestelde temperaturen in
de koelruimte betekenen ook koudere
temperaturen in de diepvriesruimte.
nl
79