Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: Druk op het symbool
hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te
werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones
voldoende afkoelen.
Aanwijzingen
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
■
kookzones meer dan 15 seconden uitgeschakeld zijn.
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
■
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw ingeschakeld wordt binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
De kookzone afstellen
De gewenste vermogensstand afstellen met de Tipp-knop.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De bereidingstijden zijn afhankelijk van de kookstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
Opwarmen en warm houden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes opgewarmd in water**
Ontdooien en verwarmen
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
. De indicator boven de
#
tot de indicator boven de
#
De vermogensstand selecteren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Selecteer de kookzone. Kantel hiertoe de Tipp-knop naar de
1.
gewenste kookzone.
Draai, binnen de volgende 5 seconden, de Tipp-knop tot op
2.
de visuele indicator de gewenste vermogensstand gaat
branden.
De kookzone is ingeschakeld.
Wijzigen van de vermogensstand
Selecteer de kookzone en wijzig de vermogensstand met de
Tipp-knop.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en draai de Tipp-knop tot
wordt. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-
indicator verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
De kookstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om.
Gebruik de kookstand 9 als u begint te koken.
Doorkookstan
d
1-1.
1-1.
1-2
1.-2.
3-4
2.-3.
2.-3.
4.-5.*
4 -5*
1-2
3-4
getoond
‹
Doorkookduur in minuten
-
-
-
-
-
5-15 min.
20-30 min.
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.
23