Anleitung GS 4600- 12 spr.
Ingebruikneming
De gasfles met het daarop aangebracht toestel in
een standvaste en effen positie plaatsen.
Alle brandbare materialen van het toestel
verwijderen. Het toestel ori'nteren zodat geen
brandbare materialen verhit kunnen worden.
De gasflesklep openen.
De knoop (10) van de veiligheidskraan (9) tot aan
de aanslag naar rechts draaien (pos. MAX).
De knoop (10) indrukken en na enkele seconden
een vlam tegen het onderste gedeelte van het
stralingsvlak houden.
De knoop ± 20 seconden na het ontsteken
ingedrukt houden. Daarna blijft de kraan open; zo
niet, de ontstekingsbeurt herhalen.
De afstelling op pos. MIN gebeurt traploos door
de knoop naar links te draaien.
Om het toestel uit te schakelen, de gasflesklep
(12) sluiten.
Wisselen van gasfles
Alttijd in open lucht of in goed verluchte ruimten
en veraf van iedere vlam of brandhaard in
afwezigheid van andere personen als volgt te
werk gaan:
De klep (12) van de gasfles sluiten.
De drukregelaar (7) losschroeven.
De klemschroef (11) losschroeven en het toestel
afnemen.
Zich vergewissen dat de dichting van de
drukregelaar voorhanden is.
Het toestel op de nieuwe glasfles plaatsen en te
werk gaan als in de alinea "Montage van het
toestel op de gasfles" beschreven.
Belangrijke aanwijzingen voor Uw
veiligheid
Dit toestel mag alleen in open lucht gebruikt worden.
02.11.2001 8:24 Uhr
Niet onder gelijkvloers in werking zetten.
Het toestel niet verplaatsen als het in werking
is.
Het toestel niet aan een van zijn onderdelen
opheffen als het op de fles bevestigd is.
Nooit in de nabijheid van het pijpstuk aan de
achterkant ontsteken.
Het stralingsvlak minstens op een afstand van
2 m van alle brandbare stoffen houden.
Een afstand van 50 cm tussen wanden/muren
en het achterste gedeelte of de zijkanten van
het toestel in acht nemen.
In geval van gasverlies (reuk) onmiddellijk de
gasflesklep sluiten en het toestel op een
afstand van alle brandhaarden houden.
Alle verbindingen op dichtheid controleren.
Als het gasverlies blijft aanhouden, het
bedrijfs- of vulstation verwittigen.
Onderhoud en berging
De slang moet in ieder geval vervangen worden
als ze beschadigd is (barsten, verbrandingen
enz.)
Enkel een genormaliseerde slang gebruiken
(DIN/DGVW 4815-2)
Het toestel tegen vocht en stof beschermen.
Als het toestel een tijdlang niet gebruikt wordt,
moet het van de gasfles verwijdert en met
afgedekt stralingsvlak geborgen worden.
In geval van storingen of gebrekken de dienst
naverkoop raadplegen.
Veiligheidsvoorschriften
De inbouw en het onderhoud van het toestel
moeten overeenkomen met de wettelijke
bepalingen en voorschriften van het land waar het
gebruikt wordt.
De gasfles nooit omdraaien, ook als ze blijkbaar
leeg is! Dat kan leiden tot een verstopping van de
slang door resten van de gasfles en dus
brandgevaar en een onmiddellijke beschadigng
van het toestel veroorzaken.
Het beschermend traliewerk en/of andere
onderdelen van de brander nooit verwijderen.
In geval van gasverlies of -reuk het toestel
onmiddelijk uitschakelen door de gasflesklep te
sluiten.
Kinderen op afstand van de brander houden.
Het beschermend traliewerk van het toestel is
voorzien om brandrisico's of verbrandingen te
vermijden. Maar het beschermt niet volledig
kinderen of minder-validen.
Het toestel nooit zonder toezicht in werking laten!
Seite 11
NL
11