Om van opnamemodus te
veranderen
Na beëindiging van de opname blijft de gekozen
opnamemodus bewaard. Controleer daarom altijd
de opnamemodus alvorens u gaat opnemen. Om
van opnamemodus te veranderen, drukt u herhaald
op REC MODE om over te schakelen op de
gewenste opnamemodus.
Tijdens versnelde CD-MD-
synchroonopname
De opnamesnelheid verandert in overeenstemming
met de opnamemodus.
Opnamemodus Opnamesnelheid
Stereo
Viermaal de normale snelheid
LP2 Stereo
Tweemaal de normale snelheid
LP4 Stereo
Tweemaal de normale snelheid
Mono
Viermaal de normale snelheid
Opmerkingen
• MD's die zijn opgenomen in de modus MDLP (LP2
of LP4) moeten worden afgespeeld op een systeem
dat geschikt is voor de modus MDLP. Deze MD's
kunnen niet op andere systemen worden afgespeeld.
• De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook
niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een
opnamepauze op REC MODE drukt.
• Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om
MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u luistert
niet veranderen in mono.
Om tijdens MDLP-opname "LP:"
toe te voegen aan het begin van
een muziekstuk
"LP:" verschijnt indien u probeert om een
muziekstuk af te spelen op een systeem dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. Met deze
handige functie kunt u in één oogopslag zien dat
het muziekstuk niet kan worden afgespeeld. De
fabrieksinstelling is "On".
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat "Setup Menu"
verschijnt.
3 Druk op – of + op de afstandsbediening totdat
"LP Stamp Off" (of "LP Stamp On") verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk op – of + op de afstandsbediening totdat
"LP Stamp On" verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5 Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
• De opgenomen toevoeging "LP:" is een stempel
waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet
kan worden afgespeeld op een systeem dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. De toevoeging
verschijnt niet bij een systeem dat wel geschikt is
voor de modus MDLP.
• Wanneer "LP:" op "On" is gezet, wordt "LP:"
opgenomen als deel van de muziekstuktitel
waardoor er voor een MD minder tekens kunnen
worden ingevoerd. Wanneer een muziekstuktitel
met de toevoeging "LP:" wordt gekopieerd, wordt
"LP:" automatisch gekopieerd naar de nieuwe
muziekstuktitel. Indien een muziekstuk met de
toevoeging "LP:" wordt onderverdeeld door
gebruikmaking van de functie Divide, wordt "LP:"
ook toegevoegd aan het laatste muziekstuk.
NL
29