Minidisc — opname
Alvorens u gaat opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn digitale
geluidsdragers, waarop u muziek kunt opnemen
en afspelen met een uitstekende
geluidskwaliteit. Een van de handige functies
van minidiscs is de mogelijkheid
muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat
vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de
muziek op te zoeken en om de opgenomen
muziekstukken naar keuze in een andere
volgorde te zetten of anderszins aan te passen.
Afhankelijk van de geluidsbron worden er
verschillende methoden van opnemen gebruikt
en worden de muziekstuknummers ook anders
vastgelegd.
Bij opnemen vanaf als geluidsbron:
• de compact disc speler van deze
stereo-installatie
– De compact discs worden ongewijzigd op de
minidisc overgenomen, met volledig digitale
1
opname.*
– De muziekstuknummers worden automatisch
overgenomen net als ze op de
oorspronkelijke compact disc staan.
• andere digitale geluidsapparatuur,
aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN aansluiting
– De minidisc-recorder voert een digitale
1
opname uit.*
– De muziekstuknummers worden aangebracht
overeenkomstig de wijze waarop dit is
gebeurd bij de bron die u opneemt.
• de tuner van deze stereo-installatie en
andere analoge geluidsapparatuur,
aangesloten op de ANALOG IN aansluitingen
(bijvoorbeeld een videorecorder)
– Analoge ingangssignalen worden door de
minidisc-recorder omgezet en opgenomen,
met analoge opname.*
– Aan het begin van de opname wordt er altijd
automatisch een muziekstuknummer
aangebracht, maar als u de Level-Sync stilte-
markering inschakelt (zie blz. 21), worden er
automatisch muziekstuknummers
aangebracht volgens het niveau van het
inkomend geluidssignaal.
1
*
Een uitleg over de vaste beperkingen bij het
digitaal opnemen volgt op blz. 46.
2
*
Ook al is er een digitale geluidsbron aangesloten
op de ANALOG IN aansluitingen, dan nog zorgt
de minidisc-recorder voor signaalomzetting en
analoge opname.
NL
16
2
Bij opnemen op een al eerder
deels opgenomen minidisc
De nieuwe muziekstukken worden automatisch
opgenomen na de bestaande opnamen.
Muziekstuknummers op minidiscs
Op een minidisc worden de muziekstuknummers
(voor de volgorde) en de informatie betreffende de
begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in een
speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC*
genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit
heeft het voordeel dat u muziekstukken naar wens
kunt aanpassen, door alleen de informatie in de TOC
inhoudsopgave te veranderen.
*
3
TOC: Table Of Contents = inhoudsopgave
Na afloop van het opnemen
Druk op de MD EJECT Z uitschuiftoets om
de minidisc te verwijderen of druk op de
?/1 toets om de stereo-installatie uit te
schakelen.
De aanduiding "TOC" of "STANDBY" licht
op of gaat knipperen. De muziek wordt nu pas
definitief op de minidisc opgenomen door het
vastleggen van de opnamegegevens in de TOC
inhoudsopgave.
Voor u het netsnoer losmaakt
De opname op een minidisc is pas compleet
wanneer de TOC inhoudsopgave van de
minidisc is bijgewerkt. Dit bijwerken van de
TOC gebeurt automatisch wanneer u de
minidisc uitneemt of op de ?/1 toets drukt om
de stereo installatie uit te schakelen. Trek dus
nooit de stekker uit het stopcontact vóór het
bijwerken van de TOC inhoudsopgave (terwijl
de aanduiding "TOC" of "STANDBY" nog
brandt) of tijdens het bijwerken van de TOC
(terwijl de aanduiding "TOC" of "STANDBY"
knippert), want anders kunnen de gemaakte
opnamen nog verloren gaan.
Beveiligen van een opgenomen minidisc
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen
tegen per ongeluk wissen, schuift u het
wispreventienokje in de hoek van de minidisc
open, zodat er een opening ontstaat. In die
stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te
maken voor opname, schuift u het
wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open.
3