Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens
instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt
aanpassen.
Elke keer wanneer u op de
toets drukt, wordt de
aanpasbare tijd als volgt
gewijzigd:
BAS
(bas)
VOL
(volume)
Indicatie
Doel:
1
BAS*
Bastonen
aanpassen.
1
TRE*
Treble
aanpassen.
2
FAD*
Evenwicht tussen
voor- en
achterspeakers
aanpassen.
BAL
Evenwicht tussen
linker- en
rechterspeaker
aanpassen.
1
LOUD*
De lage en hoge
tonen worden
versterkt voor een
goed gebalanceerd
geluid bij
weergave met
een laag volume.
3
VOL*
Het volume
aanpassen.
1
*
Indien u de lage tonen, hoge tonen of
toonversterking instelt, zal die instelling worden
vastgelegd voor de huidige gekozen geluidsfunctie
(C-EQ) met inbegrip van "USER".
2
*
Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u FAD op "00" zetten.
*
3
Normaliter werkt de regelschijf als volumeregelaar.
U hoeft voor het instellen van het volume dus niet
"VOL" te kiezen.
TRE
FAD
(treble)
(faden)
LOUD
BAL
(loudness)
(balans)
Bereik
–06 (min.)
|
+06 (max.)
–06 (min.)
|
+06 (max.)
R06 (Allen
|
achterin)
F06 (Allen
voorin)
L06 (Allen
|
links)
R06 (Allen
rechts)
LOUD ON
|
LOUD OFF
00 (min.)
|
50 (max.)
2
Stel in.
Het patroon op de indicator voor de
equalizer verandert wanneer u de
weergave van lage of hoge tonen
aanpast.
Bijv. 1: Als u "TRE (treble)" aanpast
Bijv. 2: Wanneer u de toonversterking
activeert
3
Herhaal stappen 1 en 2 to voor het
instellen van andere onderdelen.
Voor het terugstellen van iedere
geluidsfunctie naar de fabrieksinstelling,
herhaalt u dezelfde procedure maar voert u
daarbij de in de tabel op bladzijde 20 gegeven
vooringestelde waarden in.
Verhogen van het
niveau of activeren van
de toonversterking
Verlagen van het niveau
of uitschakelen van de
toonversterking
21