Inhoud
P4200DVD) ................................................... 7
P4200DVD) ................................................... 8
aansluiten ................................................... 9
P4200DVD) ................................................. 10
P4200DVD) ................................................. 11
Installeren ............................................... 13
2
Aansluiten van de apparatuur
WAARSCHUWING
• Om ongelukken en het eventueel overtreden van
toepasselijke regelgeving te voorkomen, mag
de DVD of TV (los verkrijgbaar) functie voor de
voorbank nooit gebruikt worden terwijl er met het
voertuig gereden wordt. Achterdisplays mogen
ook niet zo gemonteerd worden dat deze de
bestuurder kunnen afleiden.
• In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een auto ook door
andere personen dan de bestuurder illegaal zijn.
Als dergelijke regels gelden, moet u zich hieraan
houden en de DVD-functies van dit toestel niet
gebruiken.
LET OP
• PIONEER raadt u af de display zelf in te
bouwen of eventueel onderhoud te verrichten.
Bij verkeerd inbouwen of onderhoud bestaat
de kans op een elektrische schok of een
andere gevaarlijke situatie. Laat inbouwen
en onderhoud van het apparaat over aan
bevoegd Pioneer servicepersoneel.
• Maak alle draden met kabelklemmen of
isolatietape vast. Let er tevens op dat er geen
draden blootliggen.
• Boor geen gat in het motorruimteschot om
de geel draad van het apparaat naar de
auto-accu te leiden. Door de motortrillingen
kan de aangebrachte isolatie losraken op de
plaats waar de draad van het interieur naar
de motorruimte loopt, met een gevaarlijke
situatie tot gevolg. Zorg ervoor dat u de draad
op de diverse plaatsen stevig vastmaakt.
• Wanneer het displaysnoer zich rond de
stuurkolom of de versnellingspook wikkelt,
ontstaat een bijzonder gevaarlijke situatie.
Let er bij het inbouwen van de display op dat
u op geen enkele wijze gehinderd wordt bij de
normale besturing van de auto.
• Zorg ervoor dat de draden de beweging van
de diverse onderdelen van de auto zoals
de versnellingspook, de handrem of het
stoelverschuivingsmechanisme niet hinderen.
• Maak ook geen enkele andere draad
korter. Het is anders mogelijk dat het
beveiligingscircuit niet juist werkt.