Uw persoonlijke instellingen opslaan
U kunt drie combinaties van vaak gebruikte functies en instellingen in het
geheugen opslaan. U kunt de opgeslagen instellingen oproepen met de
functiekeuzeknop.
1
Stel de camera in op de instelling die u wilt opslaan.
2
Druk op de MENU-knop en selecteer [Geheugen] in het
menu Opname 4 met v/V/b/B op de multi-selectieschakelaar.
3
Selecteer het nummer dat u wilt opslaan met b/B op de multi-
selectieschakelaar en druk dan op het midden van de multi-
selectieschakelaar.
• U kunt de instellingen zo vaak als u dat wilt herschrijven.
Onderwerpen die kunnen worden opgeslagen
Belichtingsfunctie, transportfunctie, ISO, witbalans,
belichtingscompensatie, lichtmeetfunctie, scherpstellingfunctie, de positie
van het lokale AF-gebied
De opgeslagen instellingen oproepen
Draai de functiekeuzeknop naar de gewenste getalpositie.
U kunt de instellingen wijzigen door de bovenstaande stappen te volgen
nadat u een opgeslagen instelling hebt opgeroepen.
Opmerkingen
• U kunt Programmaverschuiving en handmatige verschuivinginstellingen niet
opslaan.
• De feitelijke instelling zal niet overeenkomen met de posities van de hendels en
functieknoppen op de camera. Raadpleeg de informatie die op de LCD-monitor
wordt weergegeven wanneer u foto's maakt.
menu Opname onderwerpen (blz. 100 tot 108)
85
NL