dan 7,7 V batterijspanning), moet u de batterij vervangen.
Hiertoe handelt u als volgt:
Maak uw meter los van het meetcircuit, verwijder de meetsnoe-
ren van de meter, schakel deze uit en draai met een geschikte
kruiskopschroevendraaier de bevestigingsschroef van het batte-
rijvak los. Til nu het deksel voorzichtig op. Maak de verbruikte
batterij los van de batterijclip en vervang deze door een batterij
van hetzelfde type (alkaline). Nadat de batterij vervangen is, legt
u de aangesloten batterij in het batterijvak en sluit u de behui-
zing weer zorgvuldig in omgekeerde volgorde. Let er daarbij op
dat de snoeren van de batterijclip niet klem komen te zitten.
Let op!
Gebruik de meter in geen geval in geopende toestand!
Levensgevaarlijk!
Laat een verbruikte batterij niet in de meter zitten, omdat zelfs
tegen uitlopen beschermde batterijen kunnen corroderen, waar-
door chemicaliën vrij kunnen komen, die schadelijk kunnen zijn
voor uw gezondheid resp. het batterijvak kunnen beschadigen.
Gebruikte batterijen zijn klein chemisch afval en moeten milieu-
vriendelijk verwijderd worden (inzamelplaatsen in winkels e.d.).
4.2 Aansluiting van de meetsnoeren
Gebruik voor uw metingen steeds alleen de meegeleverde
meetsnoeren. Kijk voor elke aansluiting naar de toestand van de
aansluitstekkers resp. van de klemmen alsmede of de isolatie
nog onbeschadigd is.
Let op!
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, om beschadigingen
te vermijden.
52
4.3 Ingebruikname
Schakel de meter aan het begin van de meting in met de scha-
kelaar „0 - 1" op „1" en na de beëindiging van de meter uit met
de schakelaar op „0", om de batterijcapaciteit te sparen. De
meetfunkties zijn door kleuren gekenmerkt: het gele bereik
staat voor weerstandsmeting „R", het blauwe bereik voor de
capaciteitsmeting „C" en het violette bereik voor de induktivi-
teitsmeting „L". Voor het omschakelen tussen weerstandsmeting
„R" en capaciteits- „C" of induktiviteitsmeting „L" moet de
schuifschakelaar „R-L/C" overeenkomstig ingesteld worden.
5. Uitvoeren van metingen
5.1 Capaciteitsmetingen(C)
Voor het meten van capaciteiten handelt u als volgt:
1. Verbind de megeleverde meetsnoeren met de meter: het rode
meetsnoer met de „+"-bus (rood) en het zwarte meetsnoer
met de „-"-bus (zwart) en schakel de meter in met de „0 - 1"-
shakelaar op „1".
2. Ontlaad iedere kondensator, voor u deze met de meter ver-
bindt.
Let op!
Bij het kortsluiten van kondensatoren kunnen energierijke ont-
ladingen plaatsvinden.
Voorzichtig: levensgevaarlijk! Raak nooit de aansluitingen aan
van kondensatoren met spanningen
> 35 VDC resp. 25 VAC. Voorzichtig in ruimten waarin zich stof,
brandbare gassen, dampen of vloeistoffen kunnen bevinden
==> Gevaar voor explosies!
Meet geen kondensatoren die in schakelingen/onderdelen van
schakelingen ingebouwd zijn.
53