derwerp mag niet minder zijn dan 10 % van de
aangegeven waarde om overbelichting te voorko-
men! De aanpassing aan de betreffende opname-
situatie kan door veranderen van het diafragma in
het objectief worden bereikt.
Afstandsopgave bij flitsen met handinstelling M
en MLo
In het LC-display van de flitser wordt de afstand
aangegeven die voor een correcte belichting van
het onderwerp moet worden aangehouden. De
aanpassing aan de betreffende opnamesituatie
kan door veranderen van het diafragma in het ob-
jectief en door te kiezen tussen vol vermogen M en
het deelvermogen MLo (P 1/8) worden bereikt (zie
paragraaf 4.6).
Overschrijding van het bereik van de aanduiding
van de reikwijdte
In het LC-display van de flitser kunnen reikwijdten tot
maximaal 199 m c.q. 199 ft aangegeven worden. In
de feet-instelling (ft) kan bij hoge ISO-waarden en
grote diafragmaopeningen het aanduidingbereik
daarbij overschreden worden. Dit wordt door het
knipperen van de aanduiding '199 ft' gesignaleerd.
5.8 Flits vooraf tegen het 'rode ogen-effect'
(Red-Eye-Reduction)
Bij het 'rode ogen-effect' gaat het in principe om
een natuurkundig effect. Dit effect treedt altijd op,
als de te fotograferen persoon meer of minder
recht in de camera kijkt, er weinig omgevingslicht
is en de flitser zich op vlak naast de camera be-
vindt. De flits verlicht daarbij de achtergrond in
het oog. Het met bloed gevulde netvlies wordt
door de pupil heen zichtbaar en door de camera
als een rode vlek of rode punt geregistreerd.
De functie van de flits vooraf ter vermindering van
het 'rode ogen-effect' (Red-Eye-Reduction) brengt
hierin een duidelijke verbetering. Bij gebruik van
deze functie ontsteekt de flitser, voorafgaand aan
de eigenlijke belichting, een of meer (afhankelijk
van het type camera) nauwelijks zichtbare, zwak-
ke flitsen die door de hoofdflits wordt gevolgd.
Deze flitsen vooraf leiden er toe, dat de pupillen
van de personen zich iets meer sluiten en waar-
door het effect van de rode ogen duidelijk minder
wordt.
75