Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit
en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het
normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale over-
heidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool
BEDIENINGSPANEEL
1
Groen controlelampje aan/uit
2
Thermostaatknop en aan/uit schakelaar
3
Geel controlelampje Snelvries
4
Geluidsignaal en schakelaar Snelvries
5
Rood indicatielampje alarm
Inschakelen
1. Laat na plaatsing het apparaat 4 uur staan.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Draai de Thermostaatknop naar rechts naar een temperatuur met een lagere stand dan
<< - 16 °C >>.
4. Het groene controlelampje aan/uit gaat branden en het rode controlelampje alarm gaat
knipperen.
5. Als het groene aan/uit controlelampje gaat branden betekent dit dat het apparaat is in-
geschakeld.
6. Als het rode controlelampje gaat branden betekent dit een onjuiste temperatuur in het
vriesvak. Bovendien klinkt er een reeks geluiden dat kan worden gestopt door eenmaal
te drukken op het Geluidsignaal en Snelvries.
7. Als de vriezer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, gaat het rode controlelampje
knipperen tot de temperatuur is bereikt die nodig is voor het invriezen van voedsel.
Uitschakelen
1. Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact om de stroomtoevoer naar het apparaat af te slui-
ten.
zijn recyclebaar.
1
2
3
4 5
Bedieningspaneel
7