Bediening
Altijd werken met een gemonteerde pa-
tronenfilter, zowel bij nat als bij droog
zuigen!
Voor ingebruikneming
Afbeelding
Losse onderdelen die bij het apparaat ge-
leverd werden, moeten voor de inbedrijf-
stelling gemonteerd worden.
Afbeelding
Aanbeveling: Voor het zuigen van fijn
stof de filterzak aanbrengen.
Ingebruikneming
Afbeelding
Toebehoren aansluiten.
Afbeelding
Steek de netstekker in de contactdoos.
Afbeelding
Apparaat inschakelen.
Droogzuigen
Alleen werken met een droge patro-
nenfilter!
Aanbeveling: Voor het zuigen van fijn stof de
filterzak aanbrengen.
(zie beschrijving / afbeelding
Het vulpeil van de filterzak is afhankelijk
van het opgezogen vuil.
Bij fijn stof, zand, enz. moet de filterzak
vaker vervangen worden.
Volle filterzakken kunnen openbarsten,
daarom de filterzak op tijd vervangen!
Let op: Het zuigen van as en roet alleen
met voorafscheider (Bestelnr. 2.863-139).
Natzuigen
Om vochtigheid resp. nattigheid het ge-
wenste accessoire op zuigbuizen resp. di-
rect op de handgreep aanbrengen.
Let op:
Geen filterzak gebruiken!
Bij schuimvorming of uitlopen van vloeistof
het apparaat direct uitschakelen!
Opmerking: Is het reservoir vol, dan sluit een
vlotter de zuigopening af en draait het appa-
raat met verhoogd toerental. Schakel het ap-
paraat onmiddellijk uit en ledig het reservoir.
Reinigen van moeilijk bereikbare plaatsen of
waar zuigen niet mogelijk is, bijv. bladeren uit
het grindbed.
Reservoir ledigen
Apparaat opbergen
)
– 3
NL
Blaasfunctie
Afbeelding
Zuigslang in blaasaansluiting steken, de
blaasfunctie is zo geactiveerd.
Werking onderbreken
Apparaat uitschakelen.
Afbeelding
Vloerkop in de opbergpositie hangen.
De werkzaamheden beëindigen
Apparaat uitschakelen en de stekker uit
de wandcontactdoos trekken.
Afbeelding
Kop afnemen en reservoir leegmaken.
Afbeelding
Stroomleiding via oprolmechanisme in-
trekken en accessoires aan het apparaat
opbergen.
Apparaat in een droge ruimte bewaren.
23